Interview: Echt of onzin? 6 tips om desinformatie te herkennen

In deze coronatijd gaat het vaak over desinformatie rond coronavaccinatie. Diverse televisieprogramma's besteedden er aandacht aan en vooral op social media vindt u onjuiste verhalen die in uw hoofd kunnen kruipen. Jon Roozenbeek, postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit van Cambridge, ontwikkelde een desinformatiegame én geeft tips om misleidende content te herkennen.

Dr. Jon Roozenbeek is postdoctoraal onderzoeker aan de afdeling Psychologie van de Universiteit van Cambridge. Zijn onderzoek richt zich op misinformatie, “nepnieuws” en sociale interacties op het internet. In 2020 promoveerde hij op onderzoek naar media in conflictgebieden, met name Oost-Oekraïne.

Wat is desinformatie eigenlijk?

Roozenbeek: “Desinformatie is alle misleidende informatie op het internet. Geplaatst om eraan te verdienen, denk aan informatie over een product dat niet doet wat het belooft. Of om meningen op een niet-eerlijke manier te beïnvloeden, bijvoorbeeld om onzekerheid of geweld aan te moedigen. Dit soort berichten kunnen logisch én interessant klinken en zijn niet per se volledig onwaar. Maar ze verdraaien de boel en zetten je zo op het verkeerde been.”

Waar zit de macht van desinformatie

“Wij mensen zijn gevoelig voor beïnvloeding en makkelijker dan we denken te misleiden. Door feiten te verdraaien of uit hun verband te trekken, of door de context weg te laten kan desinformatie flink op je emoties inspelen. Behalve boosheid of angst wekt zo’n verhaal vaak ook interesse. Wij mensen houden van nature wel van een beetje mysterie en sensatie, vooral als het ons met anderen verbindt. Helaas zien we dat het delen van desinformatie ernstige gevolgen kan hebben. Bijvoorbeeld het in brand steken van 5G-masten of het drinken van bleek tegen corona.”

"Hoe meer je klikt op content met hetzelfde onderwerp, hoe minder andere content je te zien krijgt."

Hoe herken je desinformatie?

“Door de feiten te checken kun je erachter komen of het bericht wel klopt. Dat heet 'debunken', en is een tijdrovend werkje. Daarom kun je desinformatie beter prebunken: online manipulatie leren herkennen en er daardoor minder vatbaar voor worden. Stel jezelf vooraf deze zes vragen om desinformatie te prebunken:

  1. Van wie is het bericht en wat is zijn of haar bedoeling?
  2. Waarop baseert hij of zij zich? Zijn dat feiten, meningen of aannames?
  3. Maakt het bericht je met angstaanjagende woorden kwaad of bang, en lijkt dat het doel van het bericht te zijn?
  4. Spelen macht en controle een grote rol in het verhaal? Gaat het om een samenzwering of een complot met grote gevolgen?
  5. Krijgt er iemand flink de schuld? En is dat een bekend iemand?
  6. Kwam of kom je de foto’s, video’s en cijfers ook in andere, verschillende soorten media tegen?"

Stel, je let hier allemaal goed op. En dan?

“Dan ben je op de juiste weg! Maar besef ook dat je op social media in een ‘echokamer’ terecht kunt komen. Die worden in de hand gewerkt door algoritmes, die ervoor zorgen dat je, op basis van je zoek- en klikgedrag, meer gerelateerde content voorgeschoteld krijgt. Hoe meer je klikt op content met datzelfde onderwerp, hoe minder andere content je te zien krijgt. Zo kan je mening steeds sterker bevestigd worden. Het is dus belangrijk hiervan bewust te zijn.”

"Blijf in gesprek met vrienden die in een desinformatie-verhaal geloven"

U heeft een ‘desinformatiegame’ gemaakt. Hoe werkt die?

“Om mensen te helpen beter te worden in prebunken, hebben we een slechtnieuwsgame gebouwd. Makers van desinformatie gaan gewiekst te werk. Ze weten hun lezers soms meesterlijk te bespelen. Als je deze game speelt, kruip je in de huid van iemand die met nepnieuws de boel eens even lekker gaat opschudden. Waar begin je en hoe creëer je zo veel mogelijk onrust? Met allerlei trucs en tactieken kun je punten verdienen. Zo leer je hoe desinformatie ‘werkt’. Zo zul je het in het echt ook sneller herkennen. Wil je zelf de game spelen, ga naar: slechtnieuws.nl."

Hoe effectief is die game?

“We hebben het effect van de game getest en vergeleken met een controlegroep. Na het spelen vinden spelers desinformatie 25-30% minder betrouwbaar. Het zelfvertrouwen in het herkennen van nepnieuws is met hetzelfde percentage toegenomen. Ook zijn ze 12-17% minder geneigd om desinformatie met anderen te delen. Ook na drie maanden zien we dat de weerbaarheid tegen desinformatie nog steeds hoger is dan bij mensen in de controlegroep.”

En wat als je vrienden wel in een desinformatie-verhaal geloven?

“Iemand overtuigen van iets anders kan lastig zijn. Mensen zijn vrij standvastig in hun overtuigingen. En wie gaat nu elk detail van alles waar hij in gelooft factchecken? Dat waarin we emotioneel geïnvesteerd hebben, houden we graag. Maar blijf toch in gesprek met elkaar. En probeer zelf bewust te zijn van het bestaan en de tactieken van desinformatie. Als je het herkent, ben je weerbaarder.”

Wat valt je op aan desinformatie in deze coronatijd?

“We zien een vrij sterk negatief verband tussen geloof in desinformatie en de bereidheid om te vaccineren. Daarnaast is sommige desinformatie zeer hardnekkig. Een goed voorbeeld is het beruchte Wakefield-onderzoek, waarin een link tussen vaccineren tegen kinderziekten en autisme werd gelegd. Dit onderzoek is allang teruggetrokken en de auteur heeft zijn eerdere conclusies weerlegd. Helaas is het geloof in dit verband gebleven. Hierdoor zijn er weer uitbraken van kinderziektes geweest. Niet alleen gevaarlijk voor die kinderen, maar ook voor anderen: virussen kunnen zich immers muteren.”

Omgaan met desinformatie op uw werk

Werkt u in de zorg, het onderwijs of een andere publieke organisatie? Dan is de kans groot dat u met desinformatie te maken krijgt. De handreiking desinformatie geeft handvatten om desinformatie te herkennen en om hierover in gesprek te gaan.

Meer weten over desinformatie en vaccinatie