Meer tijd voor herstel na corona in mbo en hoger onderwijs

Mbo’s, hogescholen en universiteiten zijn voortvarend aan de slag gegaan met het wegwerken van studievertragingen, achterstanden in onderzoek en stagetekorten door corona. Ook besteden ze veel aandacht aan het verbeteren van het studentenwelzijn. Dat blijkt uit de tweede voorgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs voor mbo en hoger onderwijs die minister Dijkgraaf (OCW) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Maar niet alle problemen zijn daarmee opgelost. Veel studenten kampen nog met studievertraging of worstelen met hun mentale gezondheid. Daarom heeft hij besloten het programma met een jaar te verlengen. Zo hebben instellingen een jaar extra om de beschikbare middelen te besteden aan het welzijn van studenten.

Minister Dijkgraaf: “Tijdens gesprekken met studenten en bezoeken aan onderwijsinstellingen ben ik onder de indruk geraakt van de flexibiliteit en veerkracht die studenten, docenten en wetenschappers tonen om de gevolgen van coronapandemie het hoofd te bieden. Ik heb daar grote waardering voor. Ik zie echter ook dat de pandemie ontegenzeggelijk een flinke wissel op hen heeft getrokken.”

Met het vorig jaar gepresenteerde Nationaal Programma Onderwijs wil het kabinet de gevolgen van de coronapandemie opvangen en werken aan herstel. Voor het mbo en hoger onderwijs is toen € 2,7 miljard beschikbaar gesteld om onder andere  studievertraging in te halen en de mentale gezondheid van studenten te verbeteren.

Afgelopen zomer hebben de instellingen herstelplannen gemaakt, maar het is niet gemakkelijk gebleken om al die plannen uit te voeren. Vooral de nieuwe lockdown in december en januari dwong hen tot een pas op de plaats. Toch zijn er veel herstelacties in gang gezet, met name in het mbo, waar ook veel van het begrote budget daadwerkelijk al is uitgegeven.

Ervaringen van studenten

Ook de ervaringen van de studenten zelf staan centraal in de voortgangsrapportage. Bij een peiling onder ruim 30.000 studenten in april van dit jaar geeft twee derde van hen aan ondanks corona geen studievertraging te hebben, maar een derde dus nog wel. Bij bijna de helft van de studenten is de vertraging 4 maanden of langer. Ongeveer 1/5 van de studenten die vertraging had, heeft deze inmiddels weggewerkt. Minister Dijkgraaf gaat samen met de instellingen nader onderzoeken hoe het met de studenten met aanmerkelijke vertraging gaat en of ze specifieke hulp nodig hebben.

Ook blijkt uit de studentenpeiling dat corona aanzienlijke sporen heeft achtergelaten op het mentale welzijn van studenten: een kwart geeft aan dat het slecht tot zeer slecht gaat met hun mentale gezondheid. Daarom stelt minister Dijkgraaf ook dat verbetering van het studentenwelzijn met voorrang opgepakt moet worden.

Ook is er een sterk verband tussen mentaal welzijn en studievertraging. Studenten die niet goed in hun vel zitten hebben meer vertraging. Dat geldt vooral voor studenten in een kwetsbare positie, zoals studenten met een migratieachtergrond. Minister Dijkgraaf benadrukt daarom de gecombineerde aanpak van studievertraging en welbevinden. Waar mogelijk wil hij dit ondersteunen met onderzoek naar kansrijke interventies. Daarbij wil hij studenten in een kwetsbare positie extra aandacht geven.

Stagetekort sterk gedaald

Het stagetekort dat tijdens de pandemie bij een aanzienlijke groep studenten voor studie-achterstand zorgde, is inmiddels in snel tempo gedaald. In de zorg speelt het nog een rol van betekenis. Ook de arbeidsmarktpositie voor pas-afgestudeerden is momenteel voor veel studenten gunstig.

Voor alle instellingen geldt dat zij het meest hebben geïnvesteerd in de soepele in- en doorstroom van studenten en studentenwelzijn. Bijvoorbeeld door studenten intensiever te begeleiden via mentoren en meer studentenpsychologen aan te trekken. Instellingen geven wel aan dat zij het soms moeilijk vinden om de precieze hulpvraag van hun studenten te achterhalen.

In het wetenschappelijk onderwijs heeft een flink aantal onderzoekers met een tijdelijk contract een contractverlenging gehad om hun onderzoek goed af te kunnen ronden. De investeringen zijn hier zichtbaar op gang gekomen, maar af en toe ontbreekt nog transparantie over het proces. Minister Dijkgraaf roept daarom de betreffende instellingen op om helder te communiceren over de mogelijkheden van aanvragen en de verdeling van middelen.

Verlenging programma

Door het Nationaal Programma Onderwijs mbo-ho en onderzoek nu met een jaar te verlengen geeft minister Dijkgraaf studenten en instellingen meer tijd voor herstel. Dat geeft instellingen meer gelegenheid om met de beschikbare middelen hun geplande acties uit te voeren en deze in te bedden in hun reguliere bedrijfsvoering. De middelen kunnen nu tot eind 2023 worden besteed, met 2024 als ‘uitloopjaar’ (in plaats van respectievelijk 2022 en 2023).