Een onafhankelijke en duurzame industrie

Het kabinet wil minder afhankelijk zijn van andere landen voor energie, grondstoffen en producten. Ook moet de industriesector in 2050 volledig en klimaatneutraal zijn. De overheid werkt daarom, samen met industriebedrijven en netbeheerders, aan het stap voor stap verduurzamen van de industrie.

Industrie moet in 2050 alleen duurzame energie gebruiken

De industrie is belangrijk voor Nederland. De sector zorgt voor geld en banen. En levert producten die dagelijks gebruikt worden, zoals papier, voeding en medicijnen. Bij deze productieprocessen komen veel broeikasgassen en stikstof vrij. In 2023 stootte de industrie 31% van de totale hoeveelheid broeikasgassen in Nederland uit. Dat is 54 megaton. In de Klimaatwet is vastgelegd dat deze industrie in 2050 100% klimaatneutraal moet zijn.

Doel: een onafhankelijke economie en steeds minder CO2-uitstoot

Het kabinet wil industriebedrijven in Nederland houden en tegelijkertijd helpen te verduurzamen. Doel is dat 10 tot 15% van de Nederlandse economie uit industrie bestaat. Om bedrijven in Nederland te houden, breidt het kabinet bijvoorbeeld het elektriciteitsnetwerk uit. En helpt het bedrijven met het betalen van de energierekening. 

Het kabinet wil daarnaast dat bedrijven hier schoon produceren in plaats van ergens anders op een vervuilende manier. Door duurzame bedrijven in Nederland te houden profiteert Nederland van de productie, banen en het geld dat daarmee verdiend wordt. Ook is Nederland dan minder afhankelijk van de industrie in andere landen.

Om in 2050 klimaatneutraal te werken, zijn doelen voor de industrie:

  • Tot 2030: de industrie moet uitkomen op ongeveer 29,6 megaton CO2-uitstoot in 2030. Dat is 66% minder dan in 1990. Daarnaast moet de industrie bijdragen aan een ander klimaatdoel: 50% minder grondstoffen gebruiken.
  • 2030-2050: bedrijven werken toe naar een 100% klimaatneutrale sector.

Overheid helpt industrie te verduurzamen

Het kabinet helpt de industrie met verduurzamen op verschillende manieren:

Al deze maatregelen zijn onderdeel van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie. Op de routekaart van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie staat wie wat wanneer moet doen om de duurzaamheidsdoelen te halen.

Extra afspraken met de grootste uitstoters van CO2

In totaal moeten de grootste uitstoters in 2030 hun CO2-uitstoot met 16 megaton verminderen vergeleken met hun uitstoot in 2021. 

Om sneller te verduurzamen, maakt de overheid extra afspraken met de grootste industriële uitstoters, zoals TATA, Dow, Nobian, OCI, Shell, YARA. Dit zijn afspraken op maat, die verschillen per bedrijf. Dit doet de overheid omdat de meest logische of belangrijkste verduurzamingsstappen voor ieder industriebedrijf anders zijn.

Voorbeeld daarvan zijn afspraken over het verbeteren van de leefomgeving rondom fabrieken. Of over hoeveel minder CO2 ze per jaar uitstoten. In ruil daarvoor krijgen deze bedrijven subsidies, of helpt de overheid ze met aansluitingen op het stroomnet.

Naast de grootste industriële uitstoters stelt de overheid deze maatwerkaanpak ook beschikbaar voor andere bedrijven die plannen hebben om hun CO2-uitstoot sneller te verminderen. Dan gaat het om bedrijven die in ieder geval minimaal 0,1 megaton CO2-reductie extra kunnen realiseren.