Internationale kinderbescherming

Een kind uit een gezin dat hulp krijgt bij de opvoeding, kan naar het buitenland reizen. Daar kan het kind voor langere tijd verblijven, met of zonder ouders. In het buitenland kan het kind ook begeleiding krijgen.

Internationale coördinatie kinderbescherming

Komen in een gezin ernstige problemen met de opvoeding voor? Dan kan het gezin hulp krijgen. Soms zijn zij verplicht om de hulp aan te nemen. Doel van deze hulp is de bescherming van het kind. Gaat het kind (met of zonder zijn of haar ouders) naar het buitenland? Dan kan de zorg in het andere land doorgaan.

Elk land dat het Haags Kinderbeschermingsverdrag heeft ondertekend, heeft een Centrale autoriteit (Ca). De Ca's coördineren zaken op het gebied van internationale kinderbescherming. Het gaat dan om kinderbeschermingsmaatregelen, zoals ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. Of om hulp die via de jeugdhulpinstanties loopt. Het kan ook gaan om pleegzorgplaatsingen of verblijf in een buitenlandse instelling (buitenlandse jeugdzorgplaatsing).

Verzoek aan Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden

Een kind kan naar het buitenland gaan terwijl het begeleiding krijgt van een Nederlandse jeugdhulpinstantie. In dat geval kan de Nederlandse Ca het andere land vragen de zorg over te nemen. Alleen Nederlandse jeugdhulpinstanties kunnen hiervoor bij de Ca een verzoek indienen.

Als de Ca hierom vraagt, kan de buitenlandse Ca onderzoek doen naar het welzijn van het kind. En bepalen of het kind in dat land ook begeleiding nodig heeft.

De landen die het Haags Kinderbeschermingsverdrag niet hebben ondertekend, hebben geen Ca. De Nederlandse Ca neemt deze verzoeken wel in behandeling. Zo nodig schakelt de Ca het ministerie van Buitenlandse Zaken in. Het ministerie kan nagaan wat de mogelijkheden zijn in dat land. Maar helpt ook om het verzoek bij de juiste organisatie te krijgen.

Zorg voor buitenlandse kinderen in Nederland

Er zijn ook kinderen die tijdelijk naar Nederland verhuizen. Daarom behandelt de Nederlandse Ca ook verzoeken van andere landen. Bijvoorbeeld om een onderzoek te laten doen in Nederland naar het welzijn van het kind. Of om een kind te plaatsen in een Nederlands pleeggezin.

Buitenlandse jeugdhulpverleningsinstanties kunnen via hun eigen Centrale autoriteit informatie krijgen over hoe ze een verzoek moeten indienen.