Europese en wereldwijde samenwerking tegen klimaatverandering

Om klimaatverandering tegen te gaan, werkt Nederland samen met andere landen. In de Europese Unie (EU) en daarbuiten. Door bijvoorbeeld afspraken te maken over de hoeveelheid broeikasgassen die landen mogen uitstoten. 

De aarde warmt op

De temperatuur op aarde stijgt, en het klimaat verandert wereldwijd. Deze verandering lijkt ook steeds sneller te gaan. Met grote gevolgen voor de mens en natuur. Denk aan hittegolven en overstromingen. Nederland is hier extra kwetsbaar voor, omdat het aan zee ligt en er grote rivieren doorheen stromen. 

Klimaatakkoord Parijs beperkt temperatuurstijging

In het klimaatakkoord van Parijs staan afspraken om de stijgende temperatuur tegen te gaan. Het klimaatakkoord is in 2016 door 195 landen ondertekend. Het doel is om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius, liefst tot 1,5 graden Celsius. Zonder de afspraken van Parijs zou de wereldwijde temperatuur stijgen tot 3,5 tot 4 graden Celsius. Met grote gevolgen voor het leven op aarde.

EU wil in 2050 klimaatneutraal zijn

Om te voldoen aan het klimaatakkoord van Parijs, hebben alle lidstaten van de EU afgesproken dat de EU in 2050 klimaatneutraal is. En om in 2030 55% minder broeikasgassen uit te stoten. Elke EU-lidstaat moet elke 5 jaar een klimaatplan maken, waarin staat hoe het land bijdraagt aan de EU-doelen.

EU-wetten en -regels die opwarming aarde tegengaan

De EU neemt verschillende maatregelen om opwarming van de aarde tegen te gaan. Maatregelen die bepalen hoeveel bedrijven maximaal mogen uitstoten. Zoals:

  • het EU-emissiehandelsysteem (Engels). Door dit systeem moeten grote bedrijven betalen voor hun uitstoot. Denk aan industriële bedrijven, luchtvaartmaatschappijen of de scheepvaart. Hoe meer broeikasgassen bedrijven uitstoten en hoe langer ze dat doen, hoe meer ze moeten betalen. 
  • de Effort Sharing Regulation (Engels). Dat is een wet waarin staat hoeveel broeikasgassen sectoren die niet onder het EU-emissiehandelsysteem vallen, mogen uitstoten. Denk aan de landbouw of aan de uitstoot van woningen en gebouwen. Elke EU-lidstaat heeft eigen doelen waarin staat hoeveel uitstoot ze per sector moeten verminderen. 
  • het LULUCF-systeem (Engels). Door dit systeem moeten landen ervoor zorgen dat natuur- en landbouwgebieden meer CO2 uit de lucht opnemen dan dat ze uitstoten. Zoals bossen of akkerbouwgrond. 
  • Regels voor autofabrikanten die bepalen hoeveel CO2 hun auto’s maximaal mogen uitstoten. 

Nederland draagt bij aan wereldwijde doelen

Nederlanders stoten vergeleken met inwoners van andere landen, bijna dubbel zoveel CO2 uit. De overheid wil daarom bijdragen aan het terugdringen van deze uitstoot. In het klimaatplan staat hoe de overheid de uitstoot in Nederland wil terugdringen. Door bijvoorbeeld te investeren in de duurzame groei van de economie.