Wetgevingstraject nieuw Wetboek van Strafvordering

Voor Boek 1 tot en met 6 is een nieuw wetsvoorstel gemaakt door het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). De minister voor Rechtsbescherming en de minister van Justitie en Veiligheid hebben in maart 2023 het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. De Tweede Kamer moet eerst de voorstellen goedkeuren. Daarna wordt het wetsvoorstel beoordeeld door de Eerste Kamer.

Tijdpad traject modernisering Wetboek van Strafvordering

Partijen betrokken bij wetgevingstraject

Het nieuwe Wetboek van Strafvordering raakt veel organisaties in en om de strafrechtketen. Daarom zijn de organisaties vanaf het eerste begin betrokken bij de wetsvoorstellen (pre-consultatie). Dit gebeurde onder andere door:

  • expertmeetings;
  • werkbezoeken;
  • landelijke congressen in 2014, 2015 en 2017;
  • de werkgroep Van Dijk/IJzerman. Deze werkgroep beoordeelt de inhoud van de voorstellen. Ook kijkt de werkgroep naar de (financiële) effecten voor uitvoering.

Een werkgroep met organisaties uit de strafrechtketen heeft de inhoud van de wetsvoorstellen beoordeeld. Hun feedback is gebruikt om de kwaliteit van de voorstellen te verbeteren. 

De direct betrokken organisaties hebben in deze periode ook de financiële gevolgen op hoofdlijnen van de (wets)voorstellen onderzocht. De organisaties inventariseren in de eerste helft van 2023 wat de voorgestelde veranderingen in wetgeving betekenen voor hun werkwijze en bedrijfsvoering. Daarbij hoort ook een uitgebreide inventarisatie van de structurele kosten. Het resultaat daarvan wordt beschreven in de memorie van toelichting van de invoeringswet.

Ook de wetenschap is nauw betrokken en alle voorstellen zijn besproken met de Commissie Modernisering van Strafvordering, waarin prominente strafrechtjuristen zitting hadden. Professor mr. G. Knigge is adviseur van het wetgevingsteam. 

De Commissie Implementatie Nieuw Wetboek van Strafvordering (ook bekend onder de naam Commissie Letschert) heeft samen met de organisaties in de strafrechtketen onderzocht hoe het wetboek het best kan worden ingevoerd. Het advies van deze commissie is in februari 2021 aan de Tweede Kamer gestuurd. 

Wetgevingssporen

Het vernieuwen van zo’n grote wet is een omvangrijk en ingewikkeld traject. Om het overzichtelijk te maken is voor ieder onderdeel van het wetgevingstraject een zogenaamd ‘sporenoverzicht’ opgesteld. In totaal zijn er 4 sporen. 

Innovatiespoor

Het innovatiespoor bestaat uit de Innovatiewet Strafvordering. Deze wet heeft als doel om al ervaring op te doen met een aantal nieuwe onderwerpen uit het nieuwe Wetboek van Strafvordering. De Innovatiewet is op 1 oktober 2022 in werking getreden. 

De Innovatiewet maakt het mogelijk om vooruitlopend op de invoering van het nieuwe wetboek 5 pilots uit te voeren: 

  1. Gegevens na inbeslagname: nieuwe bevoegdheden voor digitale opsporing. Betrokken ketenpartners: politie, KMar, BOD’en, NFI, OM en de Rechtspraak.
  2. Uitbreiden bevoegdheden hulpofficier van justitie met enkele minder ingrijpende opsporingsbevoegdheden.
    Betrokken ketenpartners: politie, BOD’en, OM en de Rechtspraak.
  3. Mediation: uitbreiding van mediation-mogelijkheden in het strafproces. 
    Betrokken ketenpartners: politie, OM en de Rechtspraak.
  4. Prejudiciële procedure in het strafrecht
    Betrokken ketenpartners: de Rechtspraak en de Hoge Raad.
  5. Audio Visuele Registratie (AVR): mogelijkheden voor het werken met een verkort proces-verbaal in combinatie met audio of audiovisuele opnamen van een misdrijf (overval) en van een verhoor of van een terechtzitting in plaats van een volledig uitgewerkt proces-verbaal. 
    Betrokken ketenpartners: politie, OM en de Rechtspraak.

Alle pilots zijn gestart. Ze hebben een looptijd van 3 jaar. Voor 1 oktober 2024 worden de pilots door het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid) geëvalueerd. Met de uitkomsten kan zo nodig rekening worden gehouden bij de verdere uitwerking van de wetgeving (aanvullingsspoor) en bij de inrichting van de desbetreffende (nieuwe) werkprocessen. 

Vaststellingsspoor

Het vaststellingsspoor bevat de kern van het wetgevingsproject; het nieuwe wetboek. Dit spoor bevat 2 vaststellingswetten: 

  • 1e vaststellingswet: de Boeken 1 tot en met 6 van het nieuwe wetboek. In deze boeken worden inleidende bepalingen en definities met betrekking tot strafvordering opgenomen. Ook geeft het wetboek regels over het opsporingsonderzoek, beslissingen over vervolging, berechting en het instellen van rechtsmiddelen (hoger beroep, verzet etc.). Tot slot bevat Boek 6 de bijzondere regelingen. Naar verwachting wordt dit wetsvoorstel nog dit jaar bij de Tweede Kamer ingediend.
  • 2e vaststellingswet: omzetting huidige Boeken 5 en 6 naar de Boeken 7 en 8 in het nieuwe wetboek. Deze boeken gaan over de tenuitvoerlegging en internationale samenwerking in strafzaken. Nadat de 1e vaststellingswet is ingediend bij de Tweede kamer, wordt de conceptversie van de 2e vaststellingswet aan de ketenpartners voorgelegd.

Invoeringsspoor

Ook de invoeringswetgeving bestaat uit verschillende onderdelen. Een belangrijk onderdeel wordt gevormd door het overgangsrecht. Daarin wordt vastgelegd welke regels gelden voor strafzaken die voor de invoering van de nieuwe wet zijn gestart. Denk daarbij bijvoorbeeld aan welke onderdelen uit de oude wet in deze zaken nog van kracht blijven en voor welke periode. Omdat het nieuwe wetboek in één keer wordt ingevoerd, wordt de duur van het overgangsrecht zo kort mogelijk gehouden. 

In het afgelopen jaar is het merendeel van het overgangsrecht van de Boeken 1 tot en met 6 in concept voorgelegd aan de ketenorganisaties en wordt in samenspraak met hen gewerkt aan deze wetgeving. Zodra dit is afgerond wordt verder gewerkt aan het overgangsrecht voor de Boeken 7 en 8. 

Omdat het nieuwe wetboek een hele andere nummering kent dan het huidige wetboek, moeten de verwijzingen naar het Wetboek van Strafvordering in andere wetten worden aangepast. Dit traject – genaamd aanpassingswetgeving - vormt het tweede onderdeel van de invoeringswetgeving. Het gaat hierbij om wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht en andere aan het strafrecht verwante wetten. In een aparte invoeringsrijkswet worden de diverse wijzigingen in de rijkswetten (wetten die gelden voor het hele koninkrijk) doorgevoerd.

Aanvullingsspoor

Het aanvullingsspoor is het laatste wetgevingsspoor. In dit spoor worden aanvullingswetsvoorstellen geformuleerd en vastgesteld. Als er wetteksten moeten worden gewijzigd op het moment dat de behandeling in de Kamers al zo ver is dat de nieuwe teksten al vast staan, worden die opgenomen in een aanvullingswetvoorstel. Zo’n aanvullingswetsvoorstel heeft een beperkte omvang en wordt parallel aan de behandeling van een vaststellingswet naar de Kamers gestuurd. Hiermee voorkomen we vertraging in het wetgevingsproces. Een onderwerp dat bijvoorbeeld kan worden meegenomen in een aanvullingswet is een tekstwijziging naar aanleiding van de uitkomst van de evaluaties van de pilots Innovatiewet Strafvordering.

Invoering

Organisaties in de strafrechtketen moeten hun werkprocessen en bedrijfsvoering aanpassen voordat het nieuwe wetboek in werking treedt. Ook moeten medewerkers worden opgeleid. De voorbereidingen hiervoor vinden binnen deze organisaties en waar dat nodig is gezamenlijk plaats. Een zorgvuldige invoering duurt daarom een aantal jaar. Zij worden daarbij ondersteund door een coördinerend implementatieteam en het ministerie van Justitie en Veiligheid. 

Documenten