Voorschoolse educatie
Kinderen vanaf 2,5 jaar met een (risico op een) onderwijsachterstand kunnen voorschoolse educatie volgen. Dit om onderwijsachterstanden te voorkomen, vroegtijdig op te sporen en aan te pakken. Bijvoorbeeld op het gebied van taal. Door voorschoolse educatie op de kinderopvang kunnen deze kinderen een betere start maken op de basisschool.
Onderwijsachterstand bij peuters tegengaan
Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters (2,5 tot 4 jaar) met een risico op een onderwijsachterstand.
Een ongunstige thuisomgeving kan een negatieve invloed hebben op de wijze waarop een kind school doorloopt. Bijvoorbeeld als de ouders geen Nederlands spreken met het kind. Dit noemen we een risico op een onderwijsachterstand.
Spelenderwijs leren op de kinderopvang
Voorschoolse educatie wordt aangeboden op de kinderopvang. Pedagogisch medewerkers bieden kinderen vanaf 2,5 tot 4 jaar een omgeving die de taalontwikkeling stimuleert. Bijvoorbeeld door ze voor te lezen. Voorschoolse educatie is geen school, maar spelenderwijs leren.
Effectiviteit van voorschoolse educatie
Uit onderzoek over voor- en vroegschoolse educatie blijkt dat voorschoolse educatie goed werkt om achterstanden te verminderen. Kinderen met risico op een achterstand worden door de ondersteuning taalvaardiger, kunnen zich beter concentreren en hebben een grotere woordenschat.
Eisen aan een kinderopvang met voorschoolse educatie
Kinderopvanglocaties moeten werken met speciale programma’s voor voorschoolse educatie. Zulke programma’s kunnen de ontwikkeling van kinderen op een samenhangende manier stimuleren. Bijvoorbeeld om woorden en cijfers te leren, te bewegen en samen te leren spelen. De pedagogisch medewerkers bij de kinderopvang moeten voor de mondelinge taalvaardigheid en lezen zelf over taalniveau 3F beschikken. Deze regel geldt al in het grootste gedeelte van de Nederlandse gemeenten. Vanaf 1 augustus 2019 geldt deze in alle gemeenten. Ook moet elke kinderopvang een pedagogisch plan hebben waarin bijzondere aandacht is voor voorschoolse educatie.
De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de Inspectie van het Onderwijs controleren de kwaliteit van de voorschoolse educatie.
Rol van gemeenten bij voorschoolse educatie
Gemeenten bepalen welke kinderen in aanmerking komen. Meestal loopt dit via het consultatiebureau. Zij geven een kind dan een zogenaamde vve-indicatie. Omdat de criteria in iedere gemeente anders zijn, kan een vve-indicatie ook per gemeente verschillen. Ook zijn gemeenten verantwoordelijk voor goede locaties voor voorschoolse educatie. Van de Rijksoverheid krijgen gemeenten geld om kinderen met een risico op een achterstand te ondersteunen.
Documenten
-
Toegang tot voorschoolse educatie voor peuters in de asielopvang
Onderzoek bij gemeenten, locaties van het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) en jeugdgezondheidszorg over de toegang tot ...
-
Handreiking voorschoolse educatie voor peuters in de asielopvang
Handreiking voor gemeenten, het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA), de jeugdgezondheidszorg en kinderopvang over de ...
-
Kamerbrief over investeren in onderwijskansen
Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) informeert de Tweede Kamer over extra geld voor de bestrijding van ...
-
Krijgt mijn peuter of kleuter voorschoolse of vroegschoolse educatie (vve)?
Heeft uw peuter of kleuter een taalachterstand? Dan krijgt uw kind mogelijk voorschoolse of vroegschoolse educatie (vve) op de ...