Spreekpunten minister Harbers bij ontvangst KNMI 23 Klimaatscenario’s De Bilt

Toespraak van minister Harbers (IenW) op 9 oktober 2023 bij de presentatie van de nieuwe klimaatscenario’s ’23 Klimaatscenario’s De Bilt' van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).

Dank, Maarten van Aalst!

Beste mensen,

2 jaar geleden, bij de presentatie van het Klimaatsignaal ’21 hadden we allemaal de wateroverlast in Limburg nog scherp op het netvlies. Het was een stevig contrast met de hete, droge zomers van daarvoor.

Dat de weersextremen door het veranderende klimaat vaker gaan voorkomen, dat is inmiddels een wetenschappelijk stevig onderbouwd gegeven. Voor een laaggelegen delta als Nederland betekent dat nogal wat. En ook voor Caribisch Nederland.

Het IPCC werkt namens de Verenigde Naties voortdurend aan actuele inzichten over klimaatverandering wereldwijd. Het KNMI heeft daar ook een rol in, en heeft belangrijke bijdragen aan de IPCC rapporten geleverd.

Die klimaatrapporten van het IPCC worden samengevat, en die conclusies worden door de VN in een gezamenlijke vergadering vastgesteld. Klimaatkennis heeft dus een zeer stevig wetenschappelijk fundament.

Het besef dat klimaatverandering de eigen leefomgeving van miljarden mensen bedreigt, wordt inmiddels ook wereldwijd gedeeld. Het KNMI is op dit wetenschapsterrein – met 450 deskundige collega’s – 1 van de leidende instituten van ons land.

De klimaatscenario’s van het KNMI brengen de betekenis van klimaatverandering voor ons in kaart. Ze helpen bij het vertalen van klimaatverandering naar effecten in de praktijk. En dat helpt ons betere besluiten te nemen over waterbeheer. Ze zijn onmisbaar bij het werk aan een veilig en bereikbaar Nederland.

Maar wát kunnen we nou precies verwachten, en wát betekent dat voor Nederland? Dat we in Nederland 17 miljoen schouders moeten zetten onder het verduurzamen van onze levens, dat is evident.

Waar ik als minister van Infrastructuur en Waterstaat vooral ook naar kijk is:
Wat is nu, de komende jaren, en daarna nodig om Nederland veilig te houden achter de dijken, goed bereikbaar, met voldoende schoon drinkwater op voorraad?

Kort samengevat gaat het dus over de volgende vragen:

Hoe zorgen we dat we bij extreme hoeveelheden neerslag water goed kunnen afvoeren? Hoe houden we onze zoetwatervoorraad op peil in droge, hete zomers? Hoe houden we ons land veilig, en houden we verzilting tegen als de zeespiegel stijgt?

Om goed antwoord op deze vragen te geven, moeten we in de 1e plaats weten wat er gaat gebeuren. En daar zit de moeilijkheid: voor nu en volgend jaar kunnen we het redelijk inschatten, maar verder in de tijd nemen de onzekerheden toe. Daar hebben we dus deze scenario’s voor.

En waar ik heel blij mee ben, is dat deze nieuwe scenario’s gekoppeld zijn aan uitstootscenario’s. Dat ze verder vooruitkijken tot 2150 en voor zeespiegelstijging tot 2300. En er wordt ook gekeken naar ons Caribisch gebied. Ze verbreden de blik dus niet alleen verder in de toekomst, maar kijken ook naar onze gebiedsdelen verder voorbij de westelijke horizon.

Verder valt op dat we in ieder scenario te maken krijgen met:

Droogte: Zomers regent het minder en verdampt er meer vocht uit de bodem. Daardoor komt langdurige droogte vaker voor. Temperaturen van 40 graden C. of meer worden steeds normaler in de zomer.

Neerslag: In een warmer klimaat gaat het meer regenen en komen extreme buien vaker voor.

Zeespiegelstijging: In de laatste 100 jaar steeg de gemiddelde zeespiegel in de wereld steeds sneller en die stijging zal doorzetten.

Ook in onze Caribische gebiedsdelen wordt het weer extremer: op de eilanden Sint Eustatius en Saba komen zware orkanen met veel regen in de toekomst vaker voor.

Deze scenario’s zijn voor een deel al realiteit. Aan klimaatverandering valt niks meer te ontkennen. Als wij onze Nederlandse delta veilig en leefbaar willen houden, dan zullen we de beschikbare kennis dus grondig moeten bestuderen. En vooral vertalen in actie.

Deze klimaatscenario’s van het KNMI zijn een essentieel onderdeel van onze kennisbasis. Ze helpen ons om de juiste keuzes te maken voor een waterveilig Nederland. Samen met vele andere organisatie, zoals die van de deltacommissaris, de waterschappen, universiteiten en kennisinstituten hebben we de kennis in huis én de daadkracht om te doen waar we goed in zijn.

Dus nogmaals dank voor dit belangrijke rapport. Het is onmisbare kennis voor Nederland.