Convenant dierwaardige veehouderij

Het kabinet wil de verdere ontwikkeling realiseren naar een dierwaardige veehouderij. Dat wil zeggen: een veehouderij waarin het welzijn en de gezondheid van dieren het uitgangspunt zijn. In de zienswijze “Dierwaardige veehouderij” beschrijft de Raad voor Dierenaangelegenheden de zes leidende principes voor een veehouderij waarin dieren een positieve staat van welzijn ervaren.

Vergroot afbeelding

Beeld: ©RDA
Zes leidende principes voor een dierwaardige veehouderij

Voorzitter en kerngroep

Om de beoogde ontwikkeling vorm te geven, neemt het Kabinet het initiatief tot een convenant. De eerste fase van dit proces wordt begeleid door Elbert Roest. Hij heeft Bram van Ojik opgevolgd, die deze rol heeft vervuld tot 30 maart 2023. Het convenant wordt getrokken door een kerngroep van partijen. Deze kerngroep bestaat uit (in alfabetische volgorde) Caring Farmers, CBL, COVde Dierenbescherming, de Duurzame Zuivelketen, FNLI, LTOLTO/NOP (mede namens ANEVEI, COBK en NEPLUVI), NAJK, POV, SBK en het ministerie van LNV.

Betrokkenheid andere partijen

Naast de kerngroep is een bredere groep aan partijen geraadpleegd op deelthema’s. Op dit moment staan er geen nieuwe bijeenkomsten gepland voor andere partijen. Mocht uw organisatie betrokken willen zijn of graag meer informatie willen over het traject, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de voorzitter.

Planning

De beoogde planning voor het convenantproces is als volgt.

  • Fase 1: oktober 2022 t/m juni 2024
  • Fase 2: n.t.b.

Onderwerpen convenant

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in de Kamerbrief over dierwaardige veehouderij kaders geformuleerd waarbinnen het convenant opgesteld kan worden. Binnen deze kaders bepalen de convenantpartners uit de kerngroep gezamenlijk de inhoudelijke agenda van het convenant. Het convenant zal als basis worden gebruikt voor wet- en regelgeving die deze kabinetsperiode wordt opgesteld om de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij te verankeren. Deze wet- en regelgeving dient ook om het amendement op artikel 2.1 van de Wet dieren uit te werken dat in 2021 is aangenomen door het parlement. Deze uitwerking is nodig om het amendement naleefbaar en handhaafbaar te maken.

De eerste fase van het convenant staat in het teken van de omslag naar diergericht ontworpen houderijsystemen. Een houderijsysteem is diergericht ontworpen als de behoeftes van dieren als uitgangspunt zijn genomen. Wat deze behoeftes zijn, is op hoofdlijnen in beeld gebracht in een quickscan, uitgevoerd door de Universiteit Utrecht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de behoefte van kippen om een stofbad te nemen, of van varkens om te wroeten. Binnen het convenant worden afspraken gemaakt over wat we verstaan onder diergericht ontworpen houderijsystemen, en over het proces en de termijn van de omslag naar het gebruik daarvan. Bij het vormgeven van het proces is ook aandacht voor de benodigde ondersteuning vanuit de markt en de overheid.

‘Houderijsystemen’ heeft betrekking op stallen, maar ook op de fysieke leefomgeving tijdens transport of in het slachthuis. Transport en slacht worden in de tweede fase behandeld. In de tweede fase van het convenant komen ook thema’s aan bod als het terugdringen van ziektes en aandoeningen, en het houden van dierrassen die geen kenmerken hebben die schadelijk zijn voor hun gezondheid of welzijn. De inzet van onderzoek en innovatie staat ook op de agenda.