‘Het Erasmus Huis is de motor onder de relatie tussen Nederland en Indonesië'

Ministeries

Weinig landen hebben de afgelopen zestig jaar zo’n ontwikkeling doorgemaakt als Indonesië. Lambert Grijns, de Nederlandse ambassadeur in Jakarta, maakte verschillende periodes van dichtbij mee. Hoe is het land veranderd? Op welke terreinen werken Nederland en Indonesië samen? En het Erasmus Huis. Wat is dat precies?

In de jaren 60 ben je in Indonesië geboren. In de jaren 80 kwam je terug als student-stagiair. En sinds 2019 ben je ambassadeur. Hoe is het om terug te zijn?

‘Ik heb altijd heimwee gehad naar Indonesië. De geuren en smaken. De vriendelijke en hoffelijke manier waarop Indonesiërs met elkaar omgaan. Het is allemaal in mij gaan zitten. Ik heb hier tot mijn achtste jaar gewoond. Eenmaal in Nederland wilde ik altijd een keer terug. Dat heb ik gedaan. Als student heb ik een stage geregeld in Bandung. Dat ik nu terug ben als ambassadeur is bijzonder en eervol.’

Als je de drie periodes vergelijkt. Hoe is dit land veranderd?

‘In de jaren 60 was bijna niets mogelijk vanwege de armoede. Ook ons gezin leefde op witte rijst en droge vis. In de jaren 80 groeide de economie explosief, maar was er weinig persoonlijke vrijheid voor de bevolking. Nu mag er heel veel. Jongeren zijn vrij, op het activistische af. Het meest opvallend vind ik dat er een groep zelfbewuste, mondige en uitstekend opgeleide groep jongeren is ontstaan in de steden. Mede dankzij studie in Nederland bij universiteiten en in het hoger beroepsonderwijs. Deze jongeren kunnen met gemak de competitie aangaan met andere landen in Zuidoost-Azië en het Westen. Daar staat tegenover het nog steeds lage niveau van onderwijs op het platteland.’

De geschiedenis tussen Nederland en Indonesië gaat 400 jaar terug. Kent pieken en dalen. Hoe gaat het nu?

‘De relatie tussen de landen is goed. We hebben een bijzondere geschiedenis. Waar in Nederland debat is over het verleden, kijken Indonesiërs graag vooruit. Voor de perspectieven van beide landen is ruimte en begrip. Nederland en Indonesië werken intensief samen op het gebied van economie, wetenschap, onderwijs en cultuur.’

Noem een voorbeeld van economische samenwerking.

‘Indonesië ziet Nederland als de toegangspoort tot Europa voor goederen. En wij zien kansen in Indonesië bijvoorbeeld op het gebied van circulaire economie. Dit leidt tot samenwerking op het gebied van transport en logistiek waar zowel Indonesische als Nederlandse importeurs en exporteurs van profiteren.’

En een voorbeeld op het gebied van wetenschap en onderwijs?

‘Op bijvoorbeeld medisch gebied werken Nederlandse en Indonesische wetenschapsinstituten al dertig jaar samen, vooral ter bestrijding van infectieziekten. Hierbij zijn bijvoorbeeld het LUMC in Leiden, het Erasmus MC in Rotterdam, het Eijkman Instituut voor Moleculaire Biologie in Jakarta en universiteiten in heel Indonesië betrokken. Ook op andere wetenschapsterreinen wordt veel samengewerkt. Om al die wetenschappers en ook studenten uit beide landen bij elkaar te brengen, werd afgelopen november voor het eerst WINNER gehouden: de Week of Indonesia - Netherlands Education and Research, uiteraard nog online. Dit wordt een jaarlijks evenement, met naast Indonesische en Nederlandse docenten, studenten en onderzoekers ook ministers van beide landen en vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, de overheid en het maatschappelijk middenveld. WINNER wil een bijdrage leveren aan het realiseren van de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s, Sustainable Development Goals).’

Het Erasmus Huis is het enige Nederlandse culturele centrum in het buitenland. Wat voegt dit centrum toe?

‘Het Erasmus Huis is de motor onder de relatie tussen Nederland en Indonesië. Het centrum trekt tienduizenden, vooral jonge, Indonesiërs per jaar. Zij komen af op de vele activiteiten die in het Erasmus Huis plaatsvinden, zowel fysiek als digitaal. Zoals toneel-, dans- en muziekvoorstellingen, maar ook discussieavonden over politieke en maatschappelijke onderwerpen als persvrijheid, democratie, internetvrijheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Populair is ook de jaarlijkse Pasar Belanda, met kaas, stroopwafels en poffertjes, met 7.000 unieke bezoekers op één dag. Het is waanzinnig gaaf dat het Erasmus Huis er is. Iedereen in Jakarta kent het ook. Het is hét voorbeeld dat de relatie tussen twee landen wordt gemaakt door contact tussen mensen.’

Waar ben je als ambassadeur trots op?

‘Dat ik in Indonesië leiding mag geven aan een geweldig team van Nederlandse en lokale collega’s. Vanuit Jakarta, het NBSO in Surabaya en de honoraire consulaten in Bali, Medan en Surabaya, zetten we ons allemaal elke dag in om de bijzondere relatie met Indonesië verder te verdiepen en te verstevigen. Met hopelijk snel weer vele activiteiten en ontmoetingen tussen beide landen in het Erasmus Huis.’