Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening

De ruimte in Nederland is schaars, terwijl de ruimtelijke opgaven groot zijn. Een integrale benadering van diverse ruimtelijke opgaven op de terreinen van onder meer wonen, industrie, energie, infrastructuur, recreatie, landbouw en natuur, is dus van cruciaal belang. Het Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening werkt aan een Nederland waar mensen prettig en gezond kunnen wonen, werken en leven. Zowel nu als in de toekomst.

Dit past bij de toenemende roep om meer regie vanuit het Rijk. Het Directoraat-Generaal heeft als kerntaak het vastleggen van kaders en keuzes voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, gewogen vanuit het nationale belang. Deze kaders en keuzes worden samen met de andere overheden tot gebiedsgerichte realisatie gebracht, met optimaal gebruik van de Omgevingswet en van ruimtelijke informatie en de mogelijkheden die het Digital Stelsel Omgevingswet (DSO) en geo-informatie bieden.

Het directoraat-generaal bestaat uit drie directies: de directie Ruimtelijk Beleid, de directie Ruimtelijke Ontwikkeling en de directie Ruimtelijke Informatie.

Directeur-generaal Ruimtelijke Ordening

Marjolein Jansen

Directie Ruimtelijk Beleid

De directie Ruimtelijk Beleid is verantwoordelijk voor (de regie op) het nationale en integrale kaderstellend beleid voor de fysieke leefomgeving. Oftewel de ruimtelijke keuzes voor de inrichting van ons land.

Deze worden vastgelegd in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) - het Rijkskader waarin de ruimtelijke keuzes worden gemaakt. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe NOVI, de Nota Ruimte, die de nationale kaders en keuzes vastgelegd voor 2030 en 2050, met een doorkijk naar 2100.

Daarnaast is de juridische stelselverantwoordelijkheid van de Omgevingswet bij de directie belegd. Dat betekent dat de directie toeziet op de werking van het stelsel, beleidswijzigingen toests in de wet (de zogenaamde stelsel check) en adviseert over verbeteringen.

Ook werkt de directie aan de modernisering van het nationale grondbeleid.

De directie coördineert interdepartementale en interbestuurlijke besluitvorming en vertegenwoordigt het directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening in Brussel en andere internationale gremia. De focus  ligt op het Europese deel van Nederland, maar ook de ruimtelijke kaders voor de eilanden Bonaire, Eustatius en Saba vallen onder haar verantwoordelijkheid.

Directeur Ruimtelijk Beleid

Irene Jansen

Directie Ruimtelijke Ontwikkeling

De directie Ruimtelijke Ontwikkeling richt zich op de uitvoeringvan het nationale ruimtelijke beleid. Er wordt nauw samengewerkt met andere departementen, provincies, regio’s en steden aan integrale plannen en de voortvarende uitvoering daarvan. Dit gebeurt via het programma NOVEX. NOVEX bestaat uit een gebiedsspoor en een provinciaal spoor. In beiden staat gebiedsgericht werken centraal.

  • NOVEX provincies
    Met de provincies wordt het nationaal en regionaal ruimtelijk beleid samengebracht in een ruimtelijk arrangement Vervolgens worden afspraken over de uitrol van deze afspraken gemaakt.
  • NOVEX-gebieden
    Daarnaast wordt samen met andere departementen en mede-overheden gestuurd op de ontwikkeling van 16 NOVEX-gebieden waarin de komende jaren grootschalig veranderingen zullen gaan plaatsvinden. Voor deze gebieden worden dus aparte plannen gemaakt.

Met de inzet van ruimtelijk ontwerp en het college van Rijksadviseurs worden transities verbeeld, multifunctioneel ruimtegebruik gestimuleerd en nieuwe perspectieven ontwikkeld.

Directeur Ruimtelijke Ontwikkeling

Adrian Los

Directie Ruimtelijke Informatie

De directie Ruimtelijke Informatie zorgt dat ruimtelijke informatie over onze fysieke leefomgeving en de regels die daar gelden beschikbaar is voor burgers, bedrijven en overheden.

Enerzijds door het bieden van digitale kaarten en databronnen over onder andere bodem, water, natuur, gebouwen en infrastructuur. Anderzijds door te laten zien welke regels er op die plek gelden: wat je mag bouwen, verbouwen of starten, en welke vergunningen of meldingen nodig zijn.

Deze digitale informatie is onmisbaar om goed onderbouwde ruimtelijke keuzes te maken

De directie beheert en ontwikkelt daarvoor twee belangrijke digitale stelsels:

  • Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
    Het Digitaal Stelsel Omgevingswet ondersteunt gebruikers bij de uitvoering van de processen rond de zes kerninstrumenten van de Omgevingswet. Het DSO biedt - als onderdeel van de bredere stelselherziening van het Omgevingsrecht - integraal in- en overzicht en maakt het mogelijk deze processen beter, sneller en goedkoper te laten verlopen. Het DSO zorgt dat overheden hun gegevens, regels en vergunningprocessen op een samenhangende manier kunnen aanbieden. Burgers en bedrijven kunnen die informatie gebruiken via het Omgevingsloket – de digitale ingang van het DSO - waar zij op een kaart kunnen zien welke regels op een locatie gelden, of een vergunning nodig is en hoe deze kan worden aangevraagd.
  • De Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII)
    De NGII vormt het technische en inhoudelijke fundament onder het DSO. De NGII biedt basisdata over de fysieke leefomgeving (Geo-data). Deze kaarten en datasets worden via het platform Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) beschikbaar gesteld voor iedereen.

Dit biedt bouwstenen voor analyses, visualisaties en verdere ontwikkeling van de ruimtelijke datawaardeketen, in lijn met meerjarenvisie ‘Zicht op Nederland’.

Dankzij Deze digitale basis kunnen burgers, bedrijven en overheden met één klik op de kaart ontdekken welke mogelijkheden en regels er zijn.

Directeur Ruimtelijke Informatie

Bob van Graft