Kwaliteit basisonderwijs

Goed basisonderwijs begint met goede leerkrachten. Daarom stimuleert de Rijksoverheid de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Bijvoorbeeld met geld voor scholing en professionalisering.

Stimuleren kwaliteit

Voor goed onderwijs is het nodig dat leraren en schoolleiders hun kennis op peil houden. De Rijksoverheid draagt daar op verschillende manieren aan bij. Bijvoorbeeld met:

  • Lerarenportfolio: leraren kunnen in een persoonlijk digitaal dossier bijhouden hoe ze werken aan hun professionele ontwikkeling. En welke voortgang zij daarbij hebben gemaakt. Dit heet het Lerarenportfolio.
  • Schoolleidersregister PO: een lijst met directeuren en andere schoolleiders. Zij moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. Bijvoorbeeld een afgeronde schoolleidersopleiding.
  • Predicaat Excellente School: erkenning voor een (basis)school die zich op een bepaald onderdeel positief onderscheidt van andere scholen. Bijvoorbeeld door een inspirerende manier van lesgeven.

Toezicht op kwaliteit primair onderwijs

Namens de overheid bewaakt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van het onderwijs. Zoals de kwaliteit van basisscholen in het primair onderwijs.

Schoolplan met plannen voor de onderwijskwaliteit

Alle scholen in het primair onderwijs moeten ten minste 1 keer per 4 jaar een schoolplan maken. Daarin staat hoe zij willen werken aan de onderwijskwaliteit op hun basisschool. De medezeggenschapsraad van de school moet akkoord gaan met het schoolplan. Alle schoolbesturen moeten het schoolplan van hun basisscholen inleveren bij de inspectie. Scholen bepalen zelf de opzet van hun schoolplan. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de inspectie hebben een handreiking voor scholen over het schoolplan gemaakt. Hierin lezen scholen waar ze op moeten letten bij het schrijven van hun schoolplan.

Openheid over kwaliteit voor betere schoolkeuze

Inzicht in de prestaties en andere gegevens van een school helpt ouders en leerlingen bij het kiezen van een geschikte school. De overheid stimuleert daarom openheid over de kwaliteit van scholen. Bijvoorbeeld met de website Scholenopdekaart.nl, waar ouders scholen kunnen vergelijken.

Niveau taal en rekenen

Taal en rekenen zijn belangrijke vakken voor leerlingen op de basisschool. Leerlingen moeten deze vakken voldoende beheersen om na de basisschool voortgezet onderwijs te kunnen volgen. De referentieniveaus voor taal en rekenen geven aan wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen.

Extra taalonderwijs tegen taalachterstand

Ongeveer 15% van de kinderen in Nederland heeft risico op een taalachterstand. Kinderen in groep 3 tot en met 8 met een taalachterstand krijgen soms extra taalonderwijs. Dit gebeurt bijvoorbeeld in schakelklassen en kopklassen. Om taalachterstand bij zeer jonge kinderen weg te nemen is er voorschoolse en vroegschoolse educatie (vve).

Meer en betere muziekles

Muziekonderwijs is goed voor de vorming van jonge mensen. De overheid wil meer muziekonderwijs op de basisschool. Sinds 2020 moet elke basisschool muziekles geven.

Advies over middelbare school

In groep 8 geeft de basisschool advies over de soort middelbare school die past bij het niveau van de leerling. Het advies van de leraar telt daarbij zwaarder dan de eindtoets die leerlingen moeten maken.

Scholen zijn verplicht hun advies te heroverwegen als een leerling op de eindtoets hoger scoort dan het schooladvies. Bijvoorbeeld als een kind het advies vmbo-t krijgt, maar het advies op basis van de eindtoets vmbo-t/havo is. De school moet dan heroverwegen of het advies vmbo-t/havo beter bij de leerling past.

Verminderen werkdruk leraren

Het kabinet wil de werkdruk van leraren op basisscholen verminderen. Hiervoor stelt het kabinet structureel € 430 miljoen beschikbaar. Het geld is voor zaken waarmee leraren in het primair onderwijs echt verschil in de klas merken. Bijvoorbeeld voor het inkopen van ICT of voor het inhuren van externe begeleiding. Hiermee komen leraren beter toe aan lesgeven.