Dierenwelzijn dierentuin- en circusdieren
Dieren in dierentuinen en circussen moeten goed verzorgd worden. Daarom stelt de overheid eisen aan dierentuinen en circussen. Circussen mogen bijvoorbeeld geen wilde dieren laten optreden.
Regels welzijn dieren in dierentuin
Een dierentuin laat minimaal 7 dagen per jaar wilde dieren zien aan het publiek. Dat mag alleen met een vergunning. Voor het welzijn van de dieren moeten dierentuinen zich aan regels houden. De belangrijkste zijn:
- Dieren moeten de ruimte hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Bijvoorbeeld graven, klimmen, zwemmen en nesten bouwen. Ook moeten dieren volgens hun sociale leefstijl kunnen leven (in groepen of juist alleen).
- Dieren moeten voldoende ruimte hebben om zichzelf te verzorgen, en de juiste voeding krijgen.
- Een dierentuin moet de veiligheid van mens en dier waarborgen. Zo moet een dierentuin maatregelen nemen om te voorkomen dat dieren ontsnappen. En er moeten plannen zijn voor als er bijvoorbeeld brand uitbreekt.
- Een dierentuin moet een registratiesysteem hebben. Daarin staat informatie over de dieren, zoals hun herkomst en diergeneeskundige verzorging.
- Een dierentuin moet een plan hebben voor natuurbescherming en voor wat ze doen om het uitsterven van diersoorten te voorkomen.
- Een dierentuin moet de bezoekers informeren over de dieren en hun manier van leven.
De regels waaraan dierentuinen zich moeten houden, staan in het Besluit houders van dieren.
Geen wilde zoogdieren meer in circussen
Circussen mogen geen wilde zoogdieren gebruiken in hun voorstellingen. Ook mogen zij deze dieren niet vervoeren voor dit doel. Er is een lijst met dieren die nog wel in circussen mogen optreden. Bijvoorbeeld paarden, honden en kamelen.
Ook voor optredens buiten een circus mogen geen wilde dieren worden gebruikt.