Sinjar is ISIS-wreedheden nog niet te boven

Stemmen uit het veld

Op 3 augustus 2014 namen ISIS-strijders de Noord-Irakese stad Sinjar in. Ze voerden vele Yezidi’s weg, onder wie ook Nofa Zuroo, 36, en Jamila Haji, 41. Na ruim een jaar werd ISIS weer verdreven. Maar de vrouwen lijden nog steeds: ‘Diep van binnen huil ik bijna de hele tijd om wat we hebben moeten meemaken.’

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Omar Ramo / Cordaid
Jamila Haji en Nofa Zuroo.

Zelfmoordneigingen

De 2 vrouwen en hun families hebben zwaar geleden en zijn getuige geweest van onvoorstelbare wreedheden. Nog steeds kampen ze met de psychologische en emotionele gevolgen. Ze zijn verdrietig, lijden aan slapeloosheid, mijden sociaal contact en hebben zelfmoordneigingen. Ook hebben ze allerlei lichamelijke klachten. In de video hieronder vertellen ze hun verhaal.

Wanhoop en onzekerheid

Het Algemeen Ziekenhuis in Sinjar heeft een programma voor geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun (MHPSS). Cordaid heeft dit programma opgezet en voert het uit. Beide vrouwen en andere overlevenden krijgen zo therapie en medicijnen. Toch valt het hun bijzonder zwaar om het verleden een plaats te geven. Ze kunnen moeilijk omgaan met hun gevoelens van wanhoop en onzekerheid. Er is een tekort aan alles, ook aan specialisten die mensen in dit soort situaties kunnen bijstaan.

MHPSS in crisissituaties

Tijdens en na conflicten en rampen zoals Jamila en Nofa die hebben overleefd, is MHPSS van beslissend belang. Wereldwijd doen humanitaire hulporganisaties alles wat ze kunnen. Maar voor oplossingen op de lange termijn is méér nodig.

MHPSS moet deel uitmaken van de basishulpverlening in crisissituaties, zodat mensen voor zichzelf en anderen kunnen zorgen. Om dit te helpen bereiken, organiseerde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een internationale conferentie op 7 en 8 oktober in Amsterdam.