Meer huisartsen, tandartsen en GZ-psychologen opleiden, maar minder basisartsen

Om aan de toekomstige zorgvraag te kunnen voldoen vergroot het kabinet het aantal opleidingsplekken voor meerdere zorgopleidingen, zoals voor huisartsen en GZ-psychologen. Ook wil het kabinet meer tandartsen opleiden. Daarnaast worden opleidingsplekken voor medisch specialisten in de toekomst beter verdeeld over de verschillende regio’s. Dat schrijven de ministers Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), Helder (Langdurige Zorg en Sport) en Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) in een reactie op adviezen over de instroom in zorgopleidingen van het Capaciteitsorgaan.

De vraag naar zorg blijft de komende jaren groeien. Het is belangrijk dat er voldoende zorgmedewerkers worden opgeleid om zo goed mogelijk aan de stijgende zorgvraag te voldoen. Ieder jaar stelt VWS het aantal beschikbare opleidingsplaatsen vast voor de (medische) vervolgopleidingen. De basis daarvoor is het advies van het Capaciteitsorgaan: het Capaciteitsplan. Het nieuwe Capaciteitsplan biedt de basis voor het aantal plekken voor 2024, 2025 en 2026. Bij de meeste opleidingen waarvoor het Capaciteitsplan een instroomadvies bevat wordt een stijging geadviseerd. Het kabinet volgt de adviezen van het Capaciteitsplan zoveel mogelijk op.

Meer huisartsen nodig

Om ook in de toekomst voldoende zorg van hoge kwaliteit te kunnen bieden, moeten er grote veranderingen plaatsvinden in de zorg. Om dit te realiseren is versterking van de eerstelijnszorg nodig. Een belangrijk onderdeel daarvan is het opleiden van extra huisartsen. Het Capaciteitsorgaan adviseert daarom een verdere forse verhoging van de instroom in de opleiding tot huisarts. Het aantal plaatsen wordt in 2024 naar 954 plaatsen opgeschaald. Dat is 84 meer dan het huidige aantal van 870. In 2025 worden dat 984 plaatsen en in 2026 wordt opgeschaald naar 1035.

Regionale spreiding medisch-specialistische opleidingen

Bij het verdelen van de nieuwe instroomplaatsen voor de medisch-specialistische opleidingen wordt vanaf 2024 beter aangesloten bij de bevolkingsomvang en daarmee de zorgvraag per regio. Als verdeelsleutel geldt vanaf dan de patiëntenpopulatie die door een ziekenhuis wordt bediend van alle ziekenhuizen in een regio, waarbij een even zwaar gewicht wordt toegekend aan opleidingsziekenhuizen en niet-opleidingsziekenhuizen. Dat moet uiteindelijk leiden tot een evenwichtigere verdeling van de opleidingsplaatsen over het hele land.

Minder opleidingsplekken geneeskunde

Op dit moment bestaat een zogenaamd opleidingsreservoir van basisartsen die (nog) niet in opleiding zijn, maar wel een geneeskundige vervolgopleiding willen volgen. Het gaat om ruim 7.500 ofwel 29% van het totaal aantal basisartsen. De omvang van het opleidingsreservoir is in de loop van de tijd sterk gestegen, en groeit ook harder dan het aantal beschikbare opleidingsplekken. De reden van deze groei is niet duidelijk. Het kabinet vraagt het Capaciteitsorgaan hier onderzoek naar te doen. Om het aantal opleidingsplekken geneeskunde beter te laten aansluiten bij het advies van het Capaciteitsorgaan wordt vanaf studiejaar 2024-2025 het aantal plaatsen verlaagd van 3050 plaatsen naar 3015 plaatsen. Zo blijft er voldoende ruimte om in te spelen op schommelingen van het aantal opleidingsplekken bij vervolgopleidingen, maar wordt een verdere stijging van het opleidingsreservoir en de lange wachttijd voor het bemachtigen van een plek bij een vervolgopleiding gedempt.

Vergroten instroom bij tandheelkunde

Het kabinet maakt zich zorgen over het oplopende tekort aan tandartsen in sommige regio’s. Bovendien is de verwachting dat veel tandartsen in de komende 10 jaar met pensioen zullen gaan. Om het tekort te bestrijden wordt de jaarlijkse instroom bij de opleiding tandheelkunde op termijn verhoogd. Die gaat van 259 tot tenminste 345 opleidingsplaatsen. Om deze verhoging financieel mogelijk te maken, denkt het kabinet dat het mogelijk is de opleiding op een verantwoorde manier te verkorten van 6 naar 5 jaar, waarbij afgestudeerden nog steeds voldoen aan de geldende opleidingseisen. Dat zorgt ervoor dat de opleiding per plaats minder kostbaar wordt en er dus meer studenten kunnen worden opgeleid voor hetzelfde geld. Op termijn wil het kabinet daarnaast het aantal opleidingsplaatsen bij tandheelkunde verhogen door het geld in te zetten dat vrijkomt door de beperkte verlaging van de instroom bij Geneeskunde.
Het kabinet wil ook goed kijken wat is er nodig is om te komen tot een evenwichtige spreiding van tandartsen over het land - en of het spreiden van tandartsopleidingen hieraan een bijdrage kan leveren. De regio’s waar de tandartsdichtheid het laagst is – zoals Zeeland - hebben hierbij de hoogste prioriteit.

GZ-psychologen

Aparte aandacht verdient de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog). Bij de GZ-psycholoog worden 965 opleidingsplaatsen beschikbaar gesteld per 2024. Dit is een groei van 16% ten opzichte van het aantal opleidingsplaatsen voor 2023. De afgelopen jaren is al fors aanvullend geïnvesteerd in het opleiden van GZ-psychologen: het aantal werkzame GZ-psychologen is de afgelopen jaren met 13% toegenomen. En ook de komende jaren komen steeds meer GZ-psychologen op de arbeidsmarkt doordat er de afgelopen jaren meer GZ-psychologen zijn begonnen aan de opleiding.