Hoe komt een wet tot stand?

De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.

Wetsvoorstel op het ministerie

Als ministers of staatssecretarissen iets wettelijk willen regelen, geven zij hun ambtenaren opdracht om een wetsvoorstel te maken. Hierbij betrekken ambtenaren partijen voor wie het voorstel van belang is. Ook schrijven ze een Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel. Hierin staat het hoe en waarom van het wetsvoorstel.

Daarna gaat het voorstel naar het ambtelijk voorportaal. Dit is een overleg van hoge ambtenaren. Na het ambtelijk voorportaal komt het wetsvoorstel in de onderraad, een overleg van inhoudelijk betrokken ministers. Tijdens de ambtelijke voorbereiding is het wetsvoorstel niet openbaar.

Meestal dient de regering (de Koning en de ministers) een wetsvoorstel in. Dit heet een regeringsvoorstel. Maar ook Tweede Kamerleden kunnen een wetsvoorstel indienen. Dit heet dan een initiatiefvoorstel.

Behandeling wetsvoorstel in de ministerraad

Na de onderraad volgt een bespreking in de ministerraad met alle ministers. Is de ministerraad akkoord met het wetsvoorstel? Dan gaat de tekst voor advies naar de Raad van State. Tijdens de bespreking van het wetsvoorstel is de inhoud van het voorstel niet openbaar.

Advies Raad van State wetsvoorstel

De Raad van State adviseert over alle wetsvoorstellen die naar de Tweede en Eerste Kamer gaan. Zolang het wetsvoorstel bij de Raad van State ligt, is het geheim.

De Raad van State bekijkt:

  • of het wetsvoorstel uit te voeren is;
  • of het wetsvoorstel niet in strijd is met de Grondwet.

Het eindoordeel van de Raad van State heet het dictum. Bij een negatief dictum moet het wetsvoorstel opnieuw naar de ministerraad.

Het advies van de Raad van State is niet bindend. De betrokken minister moet laten weten hoe hij het advies verwerkt in het wetsvoorstel. Dit vermeldt hij in het zogenaamde nader rapport.

Behandeling wetsvoorstel in de Tweede Kamer

Het wetsvoorstel gaat naar de Tweede Kamer, samen met:

  • de Memorie van Toelichting;
  • het advies van de Raad van State;
  • het nader rapport;
  • de Koninklijke Boodschap.

Met de  Koninklijke Boodschap biedt de Koning het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aan. Het wetsvoorstel is openbaar als het naar de Tweede Kamer gaat.

In de Tweede Kamer wordt het voorstel eerst schriftelijk behandeld in een gespecialiseerde commissie. Daarna verdedigt de minister het wetsvoorstel in een plenair debat. Na het debat volgt een stemming over de wijzigingsvoorstellen, daarna over het hele wetsvoorstel. Als het wetsvoorstel is aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer.

Behandeling wetsvoorstel in de Eerste Kamer

In de Eerste Kamer wordt het wetsvoorstel eerst behandeld in een gespecialiseerde commissie. Daarna volgt het plenaire debat en wordt er gestemd. De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel alleen aannemen of verwerpen. De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel niet wijzigen. Eerste Kamerleden hebben namelijk geen recht van amendement (wijziging).

Heeft de Eerste Kamer toch bezwaar tegen een onderdeel uit het wetsvoorstel? Dan kan de minister toezeggen een wijziging door te voeren. Zo’n wijziging heet een novelle.

Ondertekening wetsvoorstel door de Koning en minister

Hebben de Tweede en Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen? Dan ondertekenen de Koning en de verantwoordelijke minister de wettekst. Na publicatie van het wetsvoorstel in het Staatsblad kan de wet ingaan.

Ingaan van de wet

Het tijdstip waarop een wet ingaat, kan in de wet zelf staan. Maar in de wet kan ook staan dat dit tijdstip later wordt vastgesteld in een Koninklijk Besluit (KB). Het KB komt in het Staatsblad te staan.

Vergroot afbeelding Totstandkoming van een wet.