Blog ambassadeur Jan Waltmans: Romantische revolutie en de harde realiteit

Ministeries

Libanezen vieren het leven, zelfs in economisch moeilijke tijden. Vaak hoor ik: “sinds de burgeroorlog en conflicten met Israël realiseren wij ons dat alles er plotseling anders kan uitzien. Daarom genieten wij zo lang dat mogelijk is”. Overal zijn er restaurants, die druk worden bezocht. De zorgen over de economische situatie zijn de afgelopen maanden toegenomen. Restaurants hebben het minder druk. Het leven wordt nog wel gevierd, maar in mindere mate.

De Arabische Lente van 2011 heeft in het Midden-Oosten en Noord-Afrika niet gebracht wat vooral jongeren ervan hoopten. Terwijl een enkel land de overgang naar beter bestuur en democratie realiseerde, ontstonden in andere landen gewelddadige conflicten.

De grondoorzaken van onvrede bij de bevolking zijn niet weggenomen. Nog altijd komen er veel meer jongeren op de arbeidsmarkt dan er banen worden gerealiseerd. De koopkracht is niet verbeterd. Corruptie is in de meeste landen geenszins beteugeld. Het verschil tussen arm en rijk is nog altijd erg groot en de politieke elite, die veelal een aanzienlijk deel van de economie en de media controleert, legt in beperkte mate verantwoording af aan de bevolking.    

In Libanon staan economische signalen al lange tijd op rood. De schuldenlast van het land loopt op, er wordt veel meer ingevoerd dan uitgevoerd, de grote Libanese gemeenschap die buiten het vaderland woont maakt minder geld over dan voorheen en het toerisme uit bijvoorbeeld de Golfstaten is afgenomen. De economische groei is gestagneerd. Elektriciteit, watervoorziening en afvalverwerking verkeren in een slechte staat, de nauwelijks verborgen corruptie speelt op alle niveau’s en bovendien heeft Libanon sinds 2011 meer dan één miljoen Syrische vluchtelingen opgevangen. In het verlengde van de burgeroorlog die in 1990 eindigde is een verzuild, sectarisch systeem ontstaan, waarbij politieke leiders er op rekenen dat de achterban trouw zal zijn aan hen.

Internationale donoren hebben Libanon tijdens een in het voorjaar van 2018 in Parijs gehouden conferentie leningen en giften toegezegd, op voorwaarde dat er stevig wordt hervormd en de corruptie zal worden aangepakt. De boodschap die andere ambassadeurs en ik afgeven is duidelijk: onze toezeggingen staan, maar aan verstrekking van geld aan de overheid dienen uitvoering van beleid en hervormingen vooraf te gaan. Ik voer in Libanon overleg met politici, zakenmensen, ambtenaren en allerlei andere Libanezen. Ook buiten beiroet ga ik in discussie met studenten, jonge zakenlieden en kansarme jongeren.

De zorgen die zij uitten deel ik in gesprekken met politici. Zij tonen begrip, maar hebben de afgelopen jaren niet de maatregelen getroffen die het land zo nodig heeft. De Nederlandse hulpverlening aan vluchtelingen en Libanese gemeenschappen, die getroffen zijn door de komst van veel vluchtelingen, loopt vooral via hulpverlenende organisaties van de Verenigde Naties en NGO’s. De regering heeft uiteenlopende belastingen verhoogd, zoals de BTW en een aangekondigde belasting op internet en mobiel telefoonverkeer. Die belastingen leidde tot woede onder de bevolking en vormden de druppel die de emmer liet overlopen.

In een mum van tijd stonden centrale pleinen in Libanese steden, maar ook in dorpen, vol demonstranten. Verkopers van Libanese vlaggen en sjaals roken hun kans. Een vriendin sprak over “de romantische revolutie”, omdat Christenen, Soennieten, Sji-ieten en Druzen hand in hand demonstreren en partijpolitieke uitingen op afstand houden. Er wordt gezongen en gedanst, maar de onderliggende zorgen zijn groot. De demonstraties zijn nu al historisch. Niemand voorzag de plotselinge opkomst van omvangrijke demonstraties, waarbij onaantastbaar gewaande sectarische leiders worden uitgemaakt voor ‘dieven’.