Fashion Week Parijs: hoe Nederland en Frankrijk samenwerken aan duurzame mode

Ministeries

Door de coronapandemie gaat ook de Fashion Week Parijs anders dan anders. In aanloop naar de modeweek presenteerden Nederlandse ontwerpers, waaronder Iris van Herpen, hun collectie op een virtuele catwalk. Mode is ook voor de Nederlandse ambassade in Parijs een belangrijk onderwerp. Onlangs organiseerde de ambassade samen met de Franse ambassade in Den Haag een digitale conferentie over duurzame mode en duurzame materialen. 

Vergroot afbeelding Fashion Week Parijs
Beeld: ©Bart Koetsier

Parijs behoort met Milaan en Londen tot de bekendste modesteden van Europa. Het is volgens Friso Wijnen, Hoofd Cultuur en Communicatie op de Nederlandse ambassade in Parijs, dan ook logisch dat de ambassade dit onderwerp omarmt, waarbij hij onderstreept dat duurzame mode steeds belangrijker wordt. ‘Na olie, zijn kleding en textiel de meest vervuilende industrie ter wereld. De omloopsnelheid is hoog: soms gooien consumenten hun shirt al na een paar keer dragen weg. Als we de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs willen halen, dan moeten we ook echt iets doen aan verduurzaming van mode en textiel. Daarbij is de schaal van Nederland beperkt. Als we iets willen veranderen, dan moeten we samenwerken met andere landen. Frankrijk ligt voor de hand, als internationale blikvanger in de mode en textiel.’

Vergroot afbeelding Atelier Neerlandais
Beeld: ©Atelier Neerlandais / Atelier Neerlandais

Erasmus-Descartes Conferentie

Jaarlijks organiseren de Nederlandse ambassade in Parijs en de Franse ambassade in Den Haag de Erasmus Descartes Conferentie. Afgelopen november was het thema duurzame mode, duurzame materialen. ‘We consumeren meer dan de aarde aankan. En dat geldt met name voor mode: iedereen draagt het, dus het heeft een enorm aandeel in de uitputting van de planeet. Dat moet anders’, vindt Michiel Scheffer, programmamanager Textiel en Duurzaamheid bij Wageningen University en Research, die de conferentie modereerde. ‘Binnen de mode-industrie wordt al veel nagedacht over verduurzaming, maar de industrie is versnipperd: we kunnen het niet alleen. De overheid zal hierin een leidende rol moeten nemen’, zegt Scheffer.

Hechten aan kledingstukken

Vanwege de coronacrisis vond de conferentie ditmaal digitaal plaats in de vorm van vier online webinars. Franse en Nederlandse experts gingen met elkaar in gesprek. Wetenschapper Louise Fresco hield een keynote speech waarin ze pleitte voor meer bewustzijn bij consumenten. ‘Het is mooi om je te hechten aan kledingstukken, die een deel van je leven meegaan.’ Ook volgens Fresco zouden overheden vaker moeten samenwerken. ‘Duurzame mode en textiel bereik je met elkaar op internationaal en Europees niveau. Denk bijvoorbeeld aan gezamenlijke eisen aan arbeidsvoorwaarden en aan de doorberekening van kosten van uitstoot van koolstofdioxide.’ 

Frans-Nederlandse samenwerking

Wat kunnen Nederland en Frankrijk aan elkaar hebben? Volgens Errol van de Werdt, directeur van het Textielmuseum in Tilburg, is Nederland sterk in conceptueel denken. ‘Studenten van modeacademies en technische hogescholen leren traditioneel over de eigen grenzen heen te kijken en andere disciplines op te zoeken. Dat levert vaak verrassende ideeën op en leidt tot innovatieve toepassingen. Nederland loopt voorop in onconventioneel materiaalonderzoek. Waarom geen wieren, schimmels of andere materialen gebruiken als ze mooi zijn en je in één moeite door de druk op het milieu kunt verlichten?’ José Teunissen, decaan aan de School of Design and Technology van het London College of Fashion, noemt Frankrijk een echt modeland, met een diep bewustzijn dat mode een belangrijke industrie is. ‘Innovatie krijgt in Frankrijk veel aandacht en de ontwikkeling rond statiegeld op kleding is veelbelovend.’ 

Atelier Néerlandais

Een mooi voorbeeld van Frans-Nederlandse samenwerking is het Atelier Néerlandais, een platform voor Nederlands ontwerp, de kunsten en het boek in hartje Parijs. Het Atelier Néerlandais is onderdeel van de Nederlandse ambassade in Parijs, die het in 2014 heeft opgericht. Ondernemers, instellingen en zelfstandigen in de creatieve bedrijfstakken gebruiken het Atelier Néerlandais voor bijeenkomsten, productpresentaties, modeshows, cursussen en vergaderingen. En kunnen een beroep doen op het advies en diensten van de ambassade. In aanloop naar de Fashion Week in Parijs liet het Atelier Néerlandais op de eigen site en via social media virtuele catwalks zien met collecties van Nederlandse leden van het atelier, waaronder Iris van Herpen. ‘Iris van Herpen had ooit haar eerste show in Parijs op het Institut Néerlandais, de voorloper van het Atelier Néerlandais. Inmiddels is Iris van Herpen wereldberoemd en binnenkort heeft ze een solotentoonstelling in het Museum voor Decoratieve Kunsten van Parijs, pal naast het Louvre’, vertelt Friso Wijnen. ‘Natuurlijk redt talent het vaak ook zonder hulp van de ambassade, maar het is fijn als we veelbelovende ontwerpers juist in het begin van hun carrière dat extra zetje kunnen geven.’