‘Zuid-Afrika is afgesloten in de drukste maand van het jaar’

Ministeries

In de jaren negentig is Han Peters werkzaam op de post in Zuid-Afrika als Nelson Mandela vrijkomt. Dertig jaar later keert hij als ambassadeur terug in een geheel nieuwe situatie. Er zijn grote zorgen over de nieuwe coronavariant, maar de reisbeperkingen konden niet op een slechter moment komen. De gevolgen zijn enorm.

Vergroot afbeelding
Han Peters feliciteert Mbali Mahlayeye, deelneemster van het Dutch Visitors Programme.

U bent bijna drie jaar ambassadeur in Zuid-Afrika. Hoe zou u het land omschrijven?

‘Ik denk dat Zuid-Afrika een land is met veel mogelijkheden en uitdagingen. Het land is in 1994 democratisch geworden. De politieke transformatie heeft daarmee plaatsgevonden maar ik denk dat het grootste stuk onafgemaakte werk ligt in de economische transformatie. We zien nu, 25 jaar na de eerste vrije verkiezingen, dat te veel Zuid-Afrikanen nog steeds in armoede leven. De grote uitdagingen zijn in die zin armoede, werkloosheid en ongelijkheid. Dat zorgt er ook voor dat de misdaad hoog is.’

‘Het is aan de andere kant ook een land met veel mogelijkheden. Het heeft een jonge bevolking, de meerderheid van de mensen is jonger dan 24 jaar. Het land kent kansen op het gebied van hernieuwbare energie, zeker met waterstof. Maar er zijn ook uitdagingen. Wat niet heeft geholpen is de schade die de zogenaamde ‘state capture’ uit de periode voor de huidige president heeft toegebracht aan de overheid en publieke instellingen. Dit is een vorm van corruptie waarbij bedrijven en politici samenspannen om wet- en regelgeving in hun eigen voordeel te beïnvloeden. Hiernaar wordt momenteel in Zuid-Afrika onderzoek gedaan en er vinden ook rechtszaken plaats. De nieuwe president heeft het beste met het land voor, maar heeft natuurlijk tijd nodig om een land op te bouwen dat een tijd systematisch is verwaarloosd.’

Op welke manier werken Zuid-Afrika en Nederland samen om uitdagingen het hoofd te bieden en kansen te benutten?

‘Een ding waar ik vaak aan denk is dat de sociale partners in dit land elkaar vaker zouden kunnen opzoeken om oplossingen te vinden. Zuid-Afrika is een land waarin het bedrijfsleven en de overheid elkaar vaak onvoldoende weten te vinden. Iets wat in Nederland goed werkt is dat wij proberen voor grote maatschappelijke uitdagingen de publieke en private sector bij elkaar te brengen. Daar zijn wij denk ik redelijk succesvol in. Ik wil niet suggereren dat je zomaar oplossingen kunt overplanten. Het belangrijkste element hierbij is vertrouwen. Het gesprek aangaan met Zuid-Afrikaanse counterparts over dergelijke vormen van publiek-private samenwerking is een eerste stap.’

‘Verder zijn wij een van de grootste investeerders in dit land. Wij hebben hier behoorlijk veel economische activiteiten, die banen creëren. Verder kunnen we helpen op het gebied van klimaat. De haven van Rotterdam wil graag een hub worden van hernieuwbare energiebronnen. Daarom wordt er gekeken hoe we met Zuid-Afrika kunnen samenwerken om waterstof en energie via de haven van Rotterdam te ontsluiten voor de rest van Europa. Daar zit een duidelijke win-win situatie. Landbouw is een andere belangrijke sector. Er zijn dus een hoop thema’s waarop we kunnen samenwerken.’

Als u de mogelijkheid had om alle Zuid-Afrikanen iets typisch Nederlands mee te geven, wat zou dat dan zijn?

‘Het pragmatisch zoeken van oplossingen en niet alles proberen te vangen in regels en bureaucratie. In Nederland werken we veel met convenanten tussen overheid en de particuliere sector. Als je samen aan tafel gaat zitten en probeert oplossingen te vinden, dan leidt dat tot meer acceptatie bij alle partijen. Dat is vaak effectiever dan het afkondigen van weer een nieuwe wet. Ik merk hier dat er nog veel regels zijn die worden gehandhaafd, maar niemand weet waarom die bestaan. Dat staat het bereiken van oplossingen vaak in de weg. Denk meer in oplossingen en minder in beperkingen en regels.’

Vergroot afbeelding
Ambassadeur Han hijst de regenboogvlag op de internationale dag tegen homofobie, transfobie en bifobie.

Zijn er resultaten van de afgelopen drie jaar waar u trots op bent?

‘Een van de belangrijkste thema’s op dit moment is klimaatverandering. Zuid-Afrika is nog voor 85% van de energievoorziening afhankelijk van kolen. De markt voor kolen wordt steeds kleiner en meer landen gaan over op hernieuwbare energie. Ook dit land moet de energietransitie gaan doormaken. Maar met een werkloosheidspercentage van 34%, zit je niet te wachten op mensen die hun baan verliezen in de kolensector. Dus een van interessante dingen waar we nu mee bezig zijn, is een kleine pilot met Nederlandse landbouwbedrijven om te kijken of ze willen investeren rondom kolencentrales die gaan sluiten. Hoewel het een klein project is, zou het een enorme voorbeeldwerking kunnen hebben. Hiermee ga je immers baanverlies tegen bij de komende energietransitie en wordt perspectief geboden.’

‘We hebben vorig jaar samen met de KLM ca. 17.000 mensen gerepatrieerd naar Nederland en Europa.'

Hoe groot zijn de gevolgen van de pandemie voor Zuid-Afrika en voor het werk van de ambassade?

‘Voor Zuid-Afrika is COVID een groot probleem. Het land heeft structureel een te lage economische groei, en kent een enorme ongelijkheid en werkloosheid. Met de komst van COVID en als gevolg van harde lockdown-maatregelen, zijn deze problemen verergerd. Vooral in de informele sector zijn miljoenen mensen hun baan kwijtgeraakt. Het sociale vangnet is zeer beperkt hier; een paar tientjes per maand. Het reisverbod dat door veel landen is ingesteld voor vluchten uit Zuid-Afrika kon daarom niet op een slechter moment komen. Zuid-Afrika is afgesloten in de drukste maand van het jaar, december, wanneer het hoogseizoen is in de toerisme sector. De gevolgen zijn enorm.’

‘We hebben vorig jaar samen met de KLM ca. 17.000 mensen gerepatrieerd naar Nederland en Europa. Wij zijn uiteindelijk de enigen geweest die, ook tijdens de harde lockdown, wekelijks vluchten uit Zuid-Afrika konden realiseren. Als ambassade hebben wij daar een belangrijke rol in gehad, omdat de Zuid-Afrikaanse overheid alleen vluchten accepteerde als mensen zich eerst verzamelden op de ambassade in Pretoria of het consulaat in Kaapstad. Als een soort pre-check-in. Om die reden hebben we zes maanden lang, ieder weekend vierhonderd mensen geholpen bij hun terugkeer naar huis. Dat heeft ons veel goodwill opgeleverd. Ook was het een mooie manier om zowel Nederlandse burgers als bedrijven te helpen.’

Wat merk je nu nog van de 400 jaar gedeelde geschiedenis tussen Nederland en Zuid-Afrika?

‘Dat verhaal heeft twee kanten die ons werk interessant maken. Aan de ene kant staan we bij Zuid-Afrikanen bekend als een van de landen die zich hard heeft gemaakt in de strijd tegen de apartheid. Ik groeide op in de jaren zeventig. Er was in Nederland een brede maatschappelijke afkeer tegen het apartheidssysteem. Aan de andere kant zijn we voor sommigen het land van Jan van Riebeeck en de VOC. Er zijn mensen die vinden dat wij daarmee aan de wieg stonden van de apartheid. Er zitten dus twee kanten aan die medaille.’

‘Voor het werk van onze ambassade is het thema ‘transformatie en identiteit’ een van de aandachtspunten. We willen naast culturele samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld de moderne creatieve industrie, ook het gesprek aangaan over de ongemakkelijke aspecten van onze geschiedenis. Dat proberen we door ons open op te stellen, zodat we de dialoog daarover kunnen voeren.'