Sport is belangrijk voor de geestelijke gezondheid, zeker in crisissituaties

Ministeries

In crisissituaties lopen mensen meer risico op een psychische aandoening, zoals een angststoornis of een depressie. Tegelijkertijd is de toegang tot vertrouwde contacten en zorg daar juist beperkt. Sport kan helpen. Jan Roelfs, sportverslaggever bij de NOS, vertelt over zijn ervaringen in het vluchtelingenkamp Zataari in Jordanië. ‘De impact van sport is gewoon gigantisch.’

In het noorden van Jordanië, vlakbij de grens met Syrië ligt het vluchtelingenkamp Zataari. Het is alweer zeven jaar geleden dat Jan daar was. ‘Mijn voormalige vriendin werkte in Amman, Jordanië. Ik ben daar op zoek gegaan naar een interessant project en heb dat bij Nieuwsuur voorgesteld. We hebben daar toen in de aanloop naar het WK in Brazilië opnames gemaakt. Ik heb het nog helder voor de geest. Ik ben ook iemand die natuurlijk breder kijkt dan alleen sport, gezien mijn achtergrond als politicoloog.’

Jan vertelt dat hij zijn hele carrière lang naar dat soort projecten op zoek is geweest. In Brazilië heeft hij bijvoorbeeld veel gedaan in de favela’s en de invloed van sport van dichtbij meegemaakt. ‘Daar zag ik dat bendes een staakt-het-vuren afkondigden wanneer de Seleção, het nationale elftal van Brazilië, speelde. Het is dan onacceptabel om elkaar aan te vallen. De impact van sport is enorm.’

Verbindende factor

De instanties die in Zataari aanwezig waren hadden al snel door dat sport, en met name voetbal, het meest toegankelijk was. De impact is het grootst bij kinderen, maar er werden ook volwassen trainers opgeleid. Er was een interne competitie binnen het kamp.

Dergelijke initiatieven verbinden, verenigen en leiden tot wederzijds begrip. ‘Als je het mij als sportjournalist en politicoloog vraagt, dan is sport in welk vluchtelingenkamp ter wereld dan ook, dé verbindende factor. Vanuit sport is het mogelijk om conflict bespreekbaarder te maken.’

Sport moet daar op de eerste plek komen, vindt Jan. Zowel voor de jeugd als voor de volwassenen die het moeten begeleiden. ‘En vergeet vooral niet de meisjes, die willen ook graag sporten.’ Jan zou hier als verslaggever meer verhalen over willen maken. Om nog meer duidelijk te maken hoe toegankelijk sport is. ‘Het is belangrijk dat ook zij kunnen genieten en plezier hebben. Daarmee help je mensen die op een moeilijk moment in hun leven staan.’

Mentale impact

Binnen het vluchtelingenkamp was een breed scala aan sporten, waaronder judo en volleybal. Jan vindt de activiteiten van sport minstens net zo belangrijk als onderwijs. Vanuit de sport kun je volgens hem ook onderwijs brengen. ‘Het maakt het onderwijzen juist makkelijker, omdat de aandachtsspanne bij de mensen in het vluchtelingenkamp van korte duur is. De impact van sport is gewoon gigantisch.’

Verder heeft Jan geïnitieerd om in de loop naar het WK voetbal een eigen WK te organiseren in Zataari. Daarbij zouden landen vertegenwoordigd worden door teams binnen het vluchtelingenkamp. Dat heeft uiteindelijk niet plaats kunnen vinden. 

Veel mensen in Nederland merkten bij aanvang van COVID en alles daaromheen hoe snel je leven ondersteboven gegooid kan worden en je je zekerheden kan verliezen. Dat heeft een negatief effect op je geestelijk welzijn. In Zataari heerste een mate van doelloosheid bij de jeugd, omdat het onderwijs moeilijk op gang kwam.

Je kon daar de impact zien van de mobiele telefoon. Mensen waren via hun telefoon constant in contact met familieleden die nog niet in veiligheid waren. ‘Daar is de mobiele telefoon een connectie met slecht nieuws en oorlog. Dan is het juist belangrijk dat de jeugd de telefoon even weg kan leggen om te gaan sporten.’ Afleiding, toch even een balletje kunnen trappen, interactie met anderen, helpt je op sombere momenten. Het is geen antwoord op echte aandoeningen, maar kan helpen die niet te ontwikkelen. 

De Olympische Spelen

Het NOC*NSF steunt drie vluchtelingen die deel uitmaken van het IOC Refugee Olympic Team (EOR). Zij zullen meedoen aan twaalf olympische sporten tijdens de Spelen in Tokio. Hiermee dragen zij een boodschap uit van solidariteit en hoop. Ook brengen zij de wereldwijde crisis van mensen op de vlucht hiermee onder de aandacht. Ze herinneren ons eraan dat iedereen de kans verdient om te slagen in het leven en dat daarvoor niet alleen aandacht nodig is voor fysiek, maar ook voor mentaal welzijn.

Het vluchtelingenteam komt in Tokio uit onder de olympische vlag. Bij de openingsceremonie op 23 juli in Tokio betreden de sporters als tweede het olympisch Stadion, na de Griekse ploeg. Dit vindt Jan een goede ontwikkeling. ‘Het laat zien dat ze er echt bij horen.’

Wereldwijd zijn er meer dan 80 miljoen mensen op de vlucht. Daar zit ongelofelijk veel potentieel sporttalent bij, vertelt Jan. Een vluchtelingenkamp bestaat meestal niet voor een korte periode. ‘Daarom is het belangrijk om daar structureel sportfaciliteiten op te zetten. Dat is nodig, zodat mensen daar hun talenten kunnen ontwikkelen. Op de lange termijn zou je dan binnen vluchtelingenkampen een olympisch programma kunnen creëren. Dat lijkt me heel mooi. Daar moeten we naartoe werken.’

Verder vindt Jan dat sport en internationale ontwikkelingen moeilijk te scheiden zijn. ’Het is zo een verbindende factor, de impact is enorm. De nadruk ligt wel op het voetbal, daar moeten we eerlijk over zijn. Het is de meest toegankelijke sport die er is. Maar in dit geval ook de Olympische Spelen, waar de hele wereld naar kijkt.’ 

Vergroot afbeelding Olympic team refugees
Beeld: ©Leonard Zhukovsky / Shutterstock.com