‘De Marokkaans-Nederlandse gemeenschap is een bron van culturele en economische initiatieven’

Ministeries

Jeroen Roodenburg is sinds een jaar ambassadeur in Marokko. De komende jaren wil hij bijdragen aan meer begrip en samenwerking tussen beide landen. Daarbij ziet hij ook een rol weggelegd voor de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap.

Vergroot afbeelding
Dakka Marrakchia is een feestelijke Marokkaanse muziekstijl met trommels en blaasinstrumenten.

Hoe is het om Nederlandse ambassadeur te zijn in Marokko?

‘Inspirerend en uitdagend. Volop en gevarieerd werk: ’s ochtends zoek je met collega’s een oplossing voor een politiek vraagstuk, ’s middags bepleit je extra vluchten voor gestrande toeristen, een dag later sta je in de vorstelijke hoge Atlas tussen trotse bewoners van een klein dorpje voor de opening van een door Nederland gesteund waterzuiveringsstation. Ik geniet van de Marokkaanse gastvrijheid en van de ruige natuur. Er is veel wat onze landen bindt, de betrekkingen gaan terug tot 1605, toen de Staten-Generaal mijn verre voorganger Pieter Maertensz Coy als gezant naar de sultan van Marrakesh stuurden om tot een verdrag te komen.’  

'De mensen willen graag weten wat die lange Nederlander op zijn fiets hier doet.’

Wat doe je in je vrije tijd?

‘Ik vind het belangrijk om fit te blijven. Ik heb een racefiets, een oude Koga. Fietsen is voor mij een manier om de omgeving te leren kennen en daarvan te genieten. Dat deed ik eerder in Colombia al. Je moet voorzichtig zijn, maar ik heb inmiddels een paar rustige en mooie routes ontdekt. Het is ook laagdrempelig, ik heb vaak spontane ontmoetingen als ik stop voor een glas Marokkaanse thee en die heerlijke Ghriba koekjes. De mensen willen graag weten wat die lange Nederlander op zijn fiets hier doet.’ 

Hoe is de bilaterale relatie tussen Nederland en Marokko op dit moment?

‘Het gaat de goede kant op. De relatie bestrijkt veel terreinen en gaat ver terug, en vervelen doet ie geen moment. Er zijn belangen én gevoeligheden, dat betekent dat je elkaar veel en vaak moet spreken. Soms zijn dat stevige gesprekken over zaken die aan beide kanten hoog worden opgenomen. Die gesprekken ga ik in met open vizier en respect. Afgelopen zomer tekenden we een bilateraal actieplan, en marge van de klimaattop in Glasgow ontmoette premier Rutte de nieuwe Marokkaanse regeringsleider Akhannouch, kort daarna hadden we bilaterale politieke consultaties. Aan beide zijden is uitgesproken dat we de samenwerking een nieuwe impuls willen geven.’

Vergroot afbeelding
Jeroen Roodenburg bij de stichting Fiers et Forts, een centrum voor kansarme kinderen in de buurt van Marrakech.

Wat zijn de belangrijkste thema’s waar Nederland en Marokko aan samenwerken?

‘Er zijn weinig terreinen waarop we elkaar niet tegenkomen. Ik noem de strijd tegen terrorisme en internationale criminaliteit, migratie, mensenrechten, duurzame handel en onderwijs & cultuur. Recent voorbeeld: tijdens de Orange the World campagne nodigde ik Marokkaanse autoriteiten en maatschappelijke organisaties uit voor een themasessie over maatregelen om publieke ruimtes van steden veiliger te maken voor vrouwen en meisjes. En een unieke vorm van samenwerking is het NIMAR, een in Rabat gevestigd instituut van de Universiteit Leiden waar Nederlandse en Marokkaanse studenten elkaar ontmoeten in het kader van de minor Culture and Society in Morocco.’  

In Nederland woont een grote groep Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond, welke invloed heeft dat op jouw functie als ambassadeur?

‘Het maakt ons werk extra interessant en relevant. De grote Marokkaans-Nederlandse gemeenschap is een bron van kennis en van culturele en economische initiatieven. Die moeten we koesteren en waar mogelijk benutten. Een culturele verkenningsmissie van rond de 50 Nederlandse culturele actoren, waaronder velen met een Marokkaanse achtergrond, hebben we helaas moeten annuleren vanwege de pandemie. Ik zet in op een vervolg, want het animo voor meer culturele samenwerking is onverminderd groot.’

'Op zo’n moment wordt goed zichtbaar hoe belangrijk het werk van een ambassade is.'

Hoe is de ambassade de afgelopen twee jaar getroffen door de coronapandemie?

‘Op meerdere manieren. Net als elders moest deze post vol aan de bak toen veel landgenoten gerepatrieerd moesten worden. Op zo’n moment wordt goed zichtbaar hoe belangrijk het werk van een ambassade is. Ook op de ambassade heeft het virus zijn tol geëist. Een flink aantal collega’s is besmet geweest, er is lange tijd op afstand gewerkt, de contacten met collega’s werden gemist. Inmiddels zijn alle collega’s gevaccineerd en is de coronasituatie in Marokko wat verbeterd. We kunnen weer vaker op de ambassade zijn, met inachtneming van de gebruikelijke adviezen. Maar zolang we in deze pandemie zitten, zullen we ons moeten blijven aanpassen aan de situatie van het moment.’

Vergroot afbeelding
Jeroen Roodenburg bij de opening van een biologische waterzuivering in een klein dorpje in de Atlasgebergte.

In het verleden heb je gewerkt als Directeur Duurzame Economische Ontwikkeling. Heeft Nederland economische banden met Marokko?

‘Zeker. De handels- en investeringsrelatie zit in de lift, er is hier bedrijvigheid van grote en middelgrote Nederlandse ondernemingen in de sectoren textiel, agri & food en transport & logistiek. Deze bedrijven bieden werk aan honderden mensen. De ambassade ondersteunt waar mogelijk, bijvoorbeeld door Nederlandse agribusiness ondernemers te introduceren bij Marokkaanse producenten van groenten en fruit. Verder zijn we actief op de nexus water-energie-voedsel met initiatieven op het terrein van klimaatvriendelijke landbouw, hergebruik van gezuiverd industrieel afvalwater, waterstof en E-Mobility. En we ondersteunen verbetering van het ondernemingsklimaat met programma’s voor startups.’

Wat is het grootste verschil tussen het leven in Marokko en Nederland?

‘Net als bij eerder plaatsingen ervaar ik ook hier culturele verschillen. Sommige zijn duidelijk zichtbaar, zoals het straatbeeld, de spontane gastvrijheid en de keuken, andere zijn subtieler en hebben te maken met gewoonten en gebruiken. In het duiden en overbruggen van die verschillen ten behoeve van Nederlandse belangen ligt voor mij een mooie taak.’