Duurzame energiefabriekjes van Nederlandse bodem

Ministeries

Vaak zijn zonnepanelen een deel van de dag minder effectief, omdat ze niet goed op het zonlicht staan gericht. Zonde, vinden Hans en Ellen Veenemans van Ecoplant. Het ondernemersechtpaar bedacht een oplossing: een vrijstaand ‘energiefabriekje’ dat meedraait met de zon. Minister Schreinemacher bezocht het bedrijf en sprak met de ondernemers over hun internationale handelsambities.

Met overtuigend enthousiasme spreekt Hans over zijn Ecoplanten. Deze kleine ‘energiefabriekjes’ kunnen zelf zonne-energie opwekken en opslaan. De Ecoplant, die het uiterlijk van een bloem heeft, kan genoeg stroom opwekken om elektrische auto’s op te laden en een 4-persoonshuishouden van elektriciteit te voorzien. ‘De Ecoplant is heel efficiënt’, vertelt Hans. ‘Hij wordt wakker met zijn gezicht naar het oosten en beweegt gedurende de dag mee met de zon. En als het donker wordt? Dan draait hij automatisch weer terug.’

In sneltreinvaart

Een jaar voor de coronapandemie brachten Hans en Ellen de eerste Ecoplanten op de markt. Het bedrijf groeide in sneltreinvaart. De Ecoplanten zijn ondertussen op meer dan honderd plekken in Nederland te vinden. In 2021 werd Ecoplant genomineerd voor de Nederlandse Innovatieprijs, waar het op de tweede plaats eindigde.

Een presentatie op de grootste solarbeurs ter wereld, leverde wereldwijd aanvragen van distributeurs op die Ecoplant ook in andere landen wilden verhandelen. Ecoplant heeft in 36 landen patenten en wil graag internationaal blijven groeien. Via handelsmissies, lokale ondersteuning vanuit de ambassades en fondsen voor duurzaam ondernemen kan het ministerie van Buitenlandse Zaken hierbij helpen.

De Cariben

Op de Caribische eilanden ligt volgens Hans veel potentie voor Ecoplant. ‘Er is wind en zon genoeg en de energieprijzen liggen hoog. Op Curaçao betaal je nu 88 guldencent voor een kilowatt stroom. Dit is heel zorgelijk, want met een modaal inkomen ben je bijna één derde van je salaris kwijt aan elektriciteit.’

Vergroot afbeelding Ecoplant
Beeld: ©Ecoplant

Hans hoopt dat de Ecoplant kan bijdragen aan een snellere transitie naar duurzame energie op de eilanden. Het liefste ziet hij dan dat de Ecoplanten lokaal worden gebouwd, in samenwerking met lokale technische scholen en universiteiten. ‘We willen de volgende generatie groene energie en de techniek die daar achter zit laten ervaren. De overgang naar duurzame energie is van groot belang, maar we komen overal technische handjes tekort.’

In Nederland werkt Ecoplant al samen met scholen in het technisch onderwijs. Onder begeleiding kunnen de leerlingen zelf een Ecoplant voor op het schoolplein bouwen. ‘Je ziet dat studenten trots zijn als ze de Ecoplant hebben gemaakt. Het maakt ze enthousiast voor techniek en helpt jongeren gemakkelijker de weg te vinden naar het bedrijfsleven.’

Een blikvanger

Op Sint-Maarten en Curaçao trokken de eerste Ecoplanten al veel bekijks. ‘De Ecoplant valt op. Mensen zijn benieuwd wat het is en of het ook echt werkt.’ Hans is blij met het enthousiasme. Hij merkt dat het lastig is om mensen vooraf een goed beeld van het product te geven. ‘Mensen hebben nog geen referentiekader. Juist daarom is een demonstratiemodel heel belangrijk. Dat kost geld, maar anders kom je niet verder dan papieren folders.’

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ecoplant
Hans en Ellen Veenemans bij de Ecoplanten in Sint-Maarten.

Ecoplant is met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in gesprek over een subsidieregeling voor demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsvoorbereidingsprojecten (DHI-subsidie), gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Via deze subsidie ontvangen ondernemers bijvoorbeeld financiële ondersteuning om nieuwe technologie en producten in het buitenland te kunnen demonsteren.

‘De steun van het ministerie helpt om plaatselijk zichtbaar te zijn. En niet alleen via een website of tekening’, vertelt Hans. ‘Ook bij handelsmissies bijvoorbeeld. Dan kunnen we op locatie een Ecoplant neerzetten. Dat is heel belangrijk.’ 

Energie in ontwikkelingslanden

Doordat de Ecoplant zelf energie kan opslaan en los van een centraal energienetwerk werkt, biedt het veel kansen voor ontwikkelingslanden, waar de stroomvoorziening vaak onbetrouwbaar is. ‘Met de Ecoplant heb je altijd energie. Ook als het energienetwerk tekort schiet of niet aanwezig is.’

Het ondernemersechtpaar werkt aan een project van de Verenigde Naties in Namibië om lokale ziekenhuizen en kleine apothekers te voorzien van elektriciteit. Ecoplant wil het liefste weer een deel lokaal bouwen. ‘Het heeft geen zin om grote stukken staal zo ver te transporteren, qua CO2 voetprint, maar ook qua kosten. Bovendien willen we met lokale scholen en universiteiten werken aan deze oplossingen.’

Vergroot afbeelding Ecoplant in Namibië
Beeld: ©Ecoplant
De Ecoplant in Namibië.

Toekomstplannen

‘Onze internationale portefeuille groeit’, vertelt Hans. ‘We hebben nu in bijna elk land in Europa een distributeur. En ook in derdewereldlanden kunnen we bijdragen aan belangrijke maatschappelijke oplossingen.’ En de groeiplannen voor komend jaar? Vijfhonderd Ecoplanten plaatsen en volgend jaar duizend.

De publiciteit van beurzen en handelsmissies is belangrijk om het verhaal van Ecoplant de komende jaren breder te vertellen. Het bezoek van minister Schreinemacher eerder deze maand is voor Ecoplant een belangrijke steun in de rug. ‘Het geeft aan dat we worden gezien door de Nederlandse staat en het ministerie. En erkent dat we als bedrijf maatschappelijk en duurzaam relevant zijn.’