Evacuatie Niger: achter de schermen bij Buitenlandse Zaken

Ministeries

Na de staatsgreep in Niger (26 juli) zorgde het ministerie van Buitenlandse Zaken dat 20 Nederlanders het land konden verlaten. Dat gebeurde via Franse vluchten en een Spaanse vlucht.

Het ministerie werkte dag en nacht aan deze operatie. Voor de veiligheid moesten veel details geheim blijven. Nu, met de evacuatie achter de rug, nemen we je mee in het werk van Buitenlandse Zaken tijdens een crisis: vanuit Den Haag, Niamey en Parijs.

Vergroot afbeelding
Jan Versteeg, ambassadeur in Frankrijk op het vliegveld in Parijs om Nederlanders uit Niger op te vangen.

Den Haag: snel schakelen, flexibel zijn en zin van onzin scheiden

Emma Linders is consulair crisiscoördinator bij de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid (DCV). Als zodanig was ze vanuit Den Haag nauw betrokken bij de evacuatie van Nederlanders uit Niger. Die evacuatie begon met de vroege signalen over de verslechterde veiligheidssituatie in het land, vertelt Emma. ‘Binnen Buitenlandse Zaken monitoren we voortdurend wereldwijd de veiligheidssituatie. Als er bijzondere signalen zijn, meestal vanuit een ambassade, dan gaan we direct onderzoeken wat er aan de hand is en wat dit betekent voor Nederlanders die zich in het gebied bevinden.’

Contacten leggen

Ze legt uit: ‘Eerst is het belangrijk voor ons om te weten hoeveel Nederlanders er in het land zijn. Direct werken we dan ook het reisadvies bij of sturen we een bericht via onze informatieservice. Via belteams met ervaren collega’s proberen we vervolgens contact te leggen met Nederlanders die we hebben kunnen lokaliseren. We vragen of ze veilig zijn en wat precies hun situatie is.’ Het is belangrijk om Nederlanders eerlijk en duidelijk te informeren over wat Buitenlandse Zaken voor ze kan betekenen, zegt Emma. ‘In landen met rood advies, zoals nu in Niger, is de situatie gewoon gevaarlijk. Daardoor kunnen we niet altijd direct in actie komen.’

We krijgen veel informatie op ons af en moeten zin van onzin kunnen scheiden

Vergroot afbeelding BZ contactcenter
Een van de belteams in Den Haag.

Razendsnelle ontwikkelingen

Voor de collega’s van DCV is het in crisissituaties een kwestie van werken rond de klok, zegt Emma. ‘Tijdens een crisis is er geen typische werkdag. We zijn constant bezig om te kijken wat de situatie is, hoe het gaat met de Nederlanders en wat we kunnen doen om ze te helpen. Ontwikkelingen volgen elkaar vaak razendsnel op, dus we moeten flexibel zijn en snel kunnen schakelen.’

Crisisberaad

Aan Haagse zijde bestaan daarvoor strak georganiseerde crisisberaden. ‘We krijgen veel informatie op ons af en moeten zin van onzin kunnen scheiden. Binnen zulke beraden stellen we het feitelijke beeld vast en gaan we vervolgens aan de slag met acties die zijn afgesproken. Dat geeft rust en overzicht’, legt Emma uit.

Emma is ook tijdens de crisis in Niger weer onder de indruk van het werk van haar collega’s. ‘Iedereen is enorm betrokken en het is echt teamwork. De collega’s binnen de belteams praten bijvoorbeeld direct met mensen die zich in hele moeilijke omstandigheden bevinden. Nederlanders in nood waarderen het vaak om informatie te krijgen van professionele mensen die er op dat moment voor ze zijn.’

Niamey: ambassadeur Paul Tholen over de evacuatie van Nederlanders uit Niger

Op 26 juli vond de staatsgreep van het Nigerese leger plaats. ‘Opvallend genoeg was het straatbeeld in Niamey op die dag behoorlijk rustig,’ vertelt Paul. ‘Pas toen een dag later de demonstraties begonnen, sloeg de stemming om en werd het grimmiger. Ondertussen hadden we op de ambassade al voortdurend contact met Nederlanders in Niger en internationale partners.’

Vergroot afbeelding Ambassadeur Paul Tholen
Nederlandse ambassadeur Paul Tholen in Niger (foto van eerder dit jaar).

Contact met Nederlanders

‘Onze hoogste prioriteit was: zorgen dat we weten welke Nederlanders er in het land zijn, waar ze zijn en of ze veilig zijn. Onze ambassade had direct contact met deze Nederlanders. Veel van hen kenden we, en we belden regelmatig om te vragen hoe het ging en waar zij zaten. Ook belden zij ons zelf op als ze vragen of zorgen hadden.’

Ambassade in crisistijd

‘Hoewel geen enkele crisis hetzelfde is, zijn wij op situaties zoals deze voorbereid,’ vertelt Paul. ‘Dat is een van de taken van een ambassade. Als het op evacuaties uitkomt is het altijd zoeken naar de beste en veiligste mogelijkheid. En hier in Niger was duidelijk dat de Fransen daarbij een belangrijke rol zouden spelen.’

Voorbereid zijn op situaties zoals deze: dat is een van de taken van een ambassade

Evacuatie uit Niger

Nederlanders in Niger die aangegeven hadden gebruik te willen maken van een eventuele mogelijkheid om te evacueren werden opgeroepen om elk moment klaar te staan voor evacuatie. En op 2 augustus riep de ambassade hen op om naar het vliegveld te komen. ‘De stemming op het vliegveld was goed. Het was er rustig, en er werd water uitgedeeld door de Fransen. Onze Nederlandse operationeel manager was aanwezig totdat iedereen in het vliegtuig zat.’ Dat was alleen wel een kwestie van geduld: ‘Nederlanders moesten om 06:00 uur ’s ochtends op het vliegveld staan om te wachten op een vliegtuig. Sommigen konden ’s avonds pas mee. Lange dagen dus – voor Nederlanders én voor de ambassade.’

Vergroot afbeelding Vliegveld Niger
Met Franse en Spaanse vluchten zijn Nederlanders geëvacueerd uit Niger.

Op 4 augustus is er nog een Nederlander uit Niger vertrokken. Die kon meereizen op een Spaanse evacuatievlucht. ‘We zijn de Fransen en de Spanjaarden ontzettend dankbaar,’ concludeert Paul. ‘Maar ook de delegatie van de Europese Unie. Allemaal speelden zij een cruciale rol in de planning en de uitwisseling van informatie om de evacuatie goed te laten verlopen. Een mooi voorbeeld van Europese samenwerking!’

Ambassadeur Paul Tholen blijft in Niger: om de politieke en veiligheidssituatie in het land in de gaten te houden, klaar te staan voor Nederlanders die niet wilden of konden vertrekken, maar ook om op diplomatiek niveau in dialoog te kunnen blijven met Niger.

Parijs: ambassadeur Jan Versteeg over het opvangen van Nederlanders op het vliegveld

Op 2 augustus vertrokken 19 Nederlanders met verschillende Franse vluchten uit Niger. Collega’s van de Nederlandse ambassade in Parijs, waaronder ambassadeur Jan Versteeg, stonden overdag en ‘s nachts klaar op het vliegveld om de Nederlanders op te vangen. Maar het werk voor de ambassade begon al dagen eerder.

Voor het vertrek uit Niger

‘Op zondag 30 juli werden wij gebeld vanuit Den Haag,’ vertelt Jan. ‘Het was duidelijk dat de situatie in Niger na de staatsgreep steeds dreigender werd. Op dat moment kwamen wij in actie. We legden direct contact met het crisiscentrum in Parijs. Om te kijken hoe de Fransen met de situatie omgingen, en welke voorbereidingen zij troffen voor een mogelijk georganiseerd vertrek.’ En twee dagen later werd het vertrek in gang gezet.

Ook de Nederlandse ambassade in Frankrijk moest behoorlijk flexibel zijn. ‘In elk vliegtuig uit Niger konden Nederlanders zitten, en we wisten eerst nog niet waar de vliegtuigen in Frankrijk zouden landen. We hielden dus rekening met allerlei scenario’s, en hadden al verschillende treintickets geboekt.’ Op 2 augustus werd duidelijk dat de eerste Nederlanders aan boord waren. Bestemming: Charles-de-Gaulle in Parijs.

Nederlanders opvangen op het vliegveld

‘Gekleed in oranje hesjes van de ambassade stond ons team klaar op het vliegveld om Nederlanders op te vangen. Op zo’n moment doe je wat je kan. En je wil vooral dat iedereen zich goed behandeld voelt. Want het is nogal wat voor een mens: ineens in een paar dagen verandert je leven compleet. We gaven Nederlanders informatie over doorreizen en overnachtingen – of hielpen met kleine dingen zoals het opladen van een telefoon.. Ook vingen we het ambassadepersoneel uit Niamey op.’
 

Het is nogal wat voor een mens: ineens in een paar dagen verandert je leven compleet.

Lange nacht

Het was een lange dag én nacht. ‘Het tweede vliegtuig kwam pas rond 02:00 uur ’s nachts aan. Hier zaten ook collega’s van de ambassade in Niamey in. Het was mooi om te zien: zij hadden goed contact met de Nederlanders op de vlucht, en wachtten tot iedereen door de douane was.’ Jan is ook vol lof over alle Franse hulpverleners ter plaatse: ‘De luchthavenpolitie, het Franse Rode Kruis en NGO’s – allemaal waren ze er om evacués te helpen. En dat deden ze met een lach op hun gezicht. Dat was fantastisch om te zien.’

‘Ook onder de Nederlanders heerste geen paniek, je zag geen angst in hun ogen. Het waren wel vermoeide reizigers. En de meesten waren optimistisch. Ze hadden het gevoel dat zij de verstandigste keuze hadden gemaakt door uit Niger te vertrekken. Ze waren blij dat ze goed waren begeleid. Maar ook een aantal hadden ook vrienden of familie moeten achterlaten. Dat is nooit een fijn idee. Maar ook zij waren blij dat ze nu weer onderweg waren naar Nederland.’