Aanpak discriminatie en racisme

Er is steeds meer aandacht voor discriminatie en racisme in de maatschappij. Het kabinet wil een sterkere aanpak. Onder meer door slachtoffers te stimuleren om melding te maken. En door de instelling van een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.

Meer aandacht voor discriminatie en racisme

De maatschappelijke aandacht voor discriminatie en racisme groeit. Onder meer door de Black Lives Matter-demonstraties in 2020, de discussie over Zwarte Piet en de herinnering aan het slavernijverleden. En vanwege de toeslagenaffaire. Daarbij kregen Nederlanders met een dubbele nationaliteit een strengere controle dan andere Nederlanders, als zij kinderopvangtoeslag aanvroegen.

Versterking aanpak van discriminatie

Het kabinet versterkt de aanpak van discriminatie en racisme. Deze versterkte aanpak staat in de Kamerbrief over de voortgang aanpak discriminatie en racisme (juni 2021). Ook staan er plannen voor bestrijding van discriminatie in het coalitieakkoord 2021-2025. Het kabinet wil optreden tegen onder meer:

  • homohaat;
  • etnisch profileren;
  • antisemitisme;
  • moslimhaat;
  • vrouwenhaat;
  • (online) seksuele uitbuiting.

Het beleid van het kabinet is gericht op:

  • voorkoming van discriminatoir handelen door de overheid;
  • voorkoming van discriminatie in de maatschappij;
  • vergroting van het bewustzijn over discriminatie;
  • vergroting van de meldingsbereidheid.

Het beleid komt terug in verschillende domeinen en gronden.

Maatregelen tegen discriminatie en racisme

De Rijksoverheid werkt samen met veel verschillende partijen aan de aanpak van discriminatie. Het gaat om discriminatie op gronden zoals racisme, geslacht en leeftijd op bijvoorbeeld de woningmarkt en arbeidsmarkt en in de zorg, het onderwijs en het voetbal. Maatregelen tegen discriminatie op die verschillende gebieden (domeinen) staan In het Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme 2022

Aanpak discriminatie per domein

Bereidheid melden discriminatie moet omhoog

Ruim een kwart van de Nederlandse inwoners ervaart discriminatie. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau naar discriminatie (2020). Uit jaarlijkse cijfers blijkt dat slechts een paar duizend mensen melding maken van ervaren discriminatie.

Het kabinet wil graag dat meer mensen discriminatie melden. Met deze meldingen kan het kabinet gerichter beleid ontwikkelen. En beter de ontwikkeling van discriminatie beter in de gaten houden. Verschillende ministeries werken daarom aan de verhoging van de meldingsbereidheid. Dit gebeurt samen met maatschappelijke organisaties en instanties, zoals het College voor de Rechten van Mens.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laat in 2022 een onderzoek uitvoeren naar het meldingsproces. Dit moet inzicht geven in de vraag waarom discriminatie wel of niet gemeld wordt.

Partijen verantwoordelijk voor aanpak discriminatie

Binnen de Rijksoverheid zijn er meerdere ministeries betrokken bij de aanpak van discriminatie. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is coördinerend minister voor de aanpak van discriminatie. De minister is verantwoordelijk voor artikel 1 van de Grondwet en alle gelijkebehandelingswetgeving. Ook is de minister verantwoordelijk voor het beleid rond de antidiscriminatievoorzieningen. En geeft ze samen met gemeenten invulling aan de lokale aanpak.

Ook de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Justitie en Veiligheid (JenV), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid (OCW), Welzijn en Sport (VWS) zijn verantwoordelijk voor de gezamenlijke aanpak van discriminatie. Jaarlijks informeren hun bewindspersonen de Tweede Kamer over de voortgang van de aanpak van discriminatie.

Er zijn veel partijen betrokken om discriminatie aan te pakken. Naast de ministeries zijn dat onder meer:

  • de Nationale ombudsman;
  • de politie;
  • het Openbaar Ministerie;
  • de gemeenten
  • het College voor de Rechten van de Mens;
  • de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.

Naast deze organisaties hebben ook maatschappelijke organisaties, bedrijven, onderwijsinstanties een verantwoordelijkheid bij de aanpak van discriminatie. Bijvoorbeeld door te zorgen voor een veilige werkomgeving, diversiteit en kansengelijkheid. 

Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme

De Nationale Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) heeft in augustus 2022 het eerste Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme aangeboden. Dit programma bestaat uit meerjarige doelen en jaarlijks acties. 

De NCDR heeft voor het nationale programma samengewerkt met:

  • belangenorganisaties;
  • maatschappelijke instanties;
  • ministeries;
  • antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s);
  • het College voor de Rechten van de Mens;
  • de Nationale ombudsman.

De NCDR gaat ook samenwerken met de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme, die in 2022 is benoemd. 

Jaarlijkse rapporten over meldingen van discriminatie en racisme

Recente cijfers over meldingen en registraties van discriminatie staan in:

De rapporten worden jaarlijks aangeboden aan de Tweede Kamer.

Staatscommissie tegen discriminatie en racisme

Per 1 mei 2022 is er een Staatscommissie tegen discriminatie en racisme. De instelling van deze commissie gebeurde op verzoek van de Tweede Kamer. De Staatscommissie doet onderzoek naar discriminatie en racisme in Nederland en richt zich daarbij onder meer op:

  • de arbeidsmarkt;
  • het onderwijs;
  • de woningmarkt;
  • de zorg.

Ook onderzoekt de Staatscommissie of en hoe er bij de overheid sprake is van discriminatie en etnisch profileren. Het onderzoekt leidt uiterlijk 1 mei 2026 tot een eindadvies aan de regering over het verbeteren van beleid en regelgeving om discriminatie en racisme tegen te gaan.

Verschil tussen discriminatie en racisme

Hoewel de termen ‘discriminatie’ en ‘racisme’ soms door elkaar heen worden gebruikt, betekenen ze niet hetzelfde. Discriminatie is in Nederland wettelijk verboden. Terwijl racisme geen juridische term is en dus niet terug te vinden is in de Nederlandse wet. Maar in het dagelijks taalgebruik wordt met racisme hetzelfde bedoeld als ‘discriminatie op grond van ras’. En dat is wettelijk verboden. Meer informatie over de overlap tussen de termen discriminatie en racisme en de juridische definitie ervan staat in de Kamerbrief die het kabinet hierover in juli 2022 stuurde.