Verplichte doorstroomtoets basisonderwijs

Alle leerlingen van groep 8 maken de doorstroomtoets. Deze toets meet het behaalde referentieniveau op taal en rekenen. En laat zien welk type vervolgonderwijs bij een leerling past. Als scholen de doorstroomtoets niet volledig volgens de regels afnemen, heeft dat gevolgen.

Doorstroomtoets laat niveau taal en rekenen zien

Basisscholen moeten elk jaar bij alle leerlingen uit groep 8 een doorstroomtoets afnemen. Dit geldt voor leerlingen in het regulier onderwijs, speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Scholen kunnen zich van 1 oktober tot en met 15 november inschrijven voor een doorstroomtoets. Hierover ontvangen zij informatie van de aanbieder van de doorstroomtoetsen.

De doorstroomtoets laat zien welk niveau leerlingen behaald hebben op het gebied van taal en rekenen (de referentieniveaus voor taal en rekenen). Dat heeft voor de leerlingen en de school 2 doelen:

  1. De doorstroomtoets laat zien welk type vervolgonderwijs bij een leerling past, op basis van de taal- en rekenvaardigheden. De doorstroomtoets vormt samen met het advies van de school het definitieve schooladvies van een leerling. De doorstroomtoets is geen examen. Leerlingen kunnen niet slagen of zakken voor de toets.
  2. De doorstroomtoets geeft inzicht in de leerresultaten van een basisschool. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt deze informatie om het totaaloordeel over een school te bepalen. Met uitzondering van scholen in het speciaal (basis)onderwijs. Scholen kunnen aan de hand van de resultaten hun eigen onderwijs zo nodig bijstellen. De Inspectie houdt met de resultaten ook zicht op de onderwijskwaliteit in het land: hoe staat het met de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen?

Extra onderdelen doorstroomtoets

De doorstroomtoetsen kunnen naast taal en rekenen ook extra onderdelen aanbieden. Deze extra onderdelen zijn niet verplicht. Scholen bepalen zelf of ze deze onderdelen afnemen.

Doorstroomtoets is in het belang van de leerling

De doorstroomtoets is een betrouwbaar tweede gegeven bij het schooladvies. Hiermee kan de school bepalen welke middelbare school het best bij een leerling past. Die eerlijke kans verdient elke leerling.

Bij het schooladvies kan het voorkomen dat er iets over het hoofd is gezien. Of dat er onbewuste vooroordelen meespelen. Bijvoorbeeld als er twijfel is over wat het best passende advies voor een leerling is. Daarvoor is de doorstroomtoets een belangrijk aanvullend instrument, naast de blik van de school.

Als scholen de doorstroomtoets niet afnemen, hebben leerlingen daar last van. Zij kunnen geen bijstelling krijgen in hun schooladvies. En missen daardoor mogelijk een eerlijke kans voor de overgang naar de middelbare school. Ook kan het problemen geven bij de aanmelding voor de middelbare school. Want het aanmelddossier is zonder de doorstroomtoets niet compleet.

Geen doorstroomtoets: gevolgen voor schoolbesturen

De wettelijke verplichting voor de doorstroomtoets is er niet voor niets en geldt voor alle scholen in Nederland. Als scholen de doorstroomtoets niet afnemen, dan kan het ministerie ingrijpen. Uiteindelijk kan dit leiden tot het inhouden van de bekostiging.