Voedselzekerheid en de SDG’s: Nederlandse inzet versterkt door multilaterale samenwerking

Ministeries

Voedselzekerheid staat als duurzaam ontwikkelingsdoel van de Verenigde Naties hoog op de mondiale prioriteitenagenda. De oorlog in Oekraïne, klimaatuitdagingen en inflatie zetten verbetering van de toegang tot voldoende voedsel van goede kwaliteit wereldwijd echter flink onder druk. Maar hoe draagt Nederland bij aan de weg naar een wereld zonder honger? We leggen het uit.   

Vergroot afbeelding LAndbouwtraining voor Ugandese jongeren
Jonge Oegandezen krijgen, onder meer dankzij Nederlandse inzet op voedselzekerheid, praktische tips over het verbouwen van gewassen.

Voedselzekerheid is 1 van de 4 belangrijkste thema’s binnen het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid sinds in 2007-2008 een grote voedselcrisis de wereld deed opschrikken. Door middel van internationale samenwerking, waar Nederland sindsdien een stevige en stabiele bijdrage aan levert, nam het aantal ondervoede mensen wereldwijd af. In 2015 stagneerde die afname echter, met verder stijgende voedselprijzen en de daarop volgende instabiliteit als een van de belangrijkste grondoorzaken.

Vanaf 2020 nam het aantal ondervoede mensen zelfs weer toe. Dat was naast de grondoorzaken, armoede en stagnerende ontwikkeling, te wijten aan de 3 C’s: Climate, Conflict en Covid. De Russische inval in Oekraïne deed de wereldwijde voedselcrisis in een stroomversnelling belanden. Volgens cijfers van de Verenigde Naties lopen in 2023 wereldwijd 345 miljoen mensen het gevaar honger te lijden, waarvan 47 miljoen als neveneffect van de oorlog.

Extra inzet

Al deze ontwikkelingen maken duidelijk dat het bereiken van zero hunger, duurzaam ontwikkelingsdoel nummer 2 van de VN dat dient te worden bereikt in 2030, extra inzet vergt. Daarvoor zijn verschillende internationaal gecoördineerde initiatieven in gang gezet, zoals de UN Food Systems Summit en meer ongeoormerkte middelen voor het World Food Programme van de VN. De weg naar zero hunger zit echter nog vol hobbels, en wereldwijd lopen we achter op het behalen van deze doelstelling.

Minister Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking brengt op dinsdag 16 mei een bezoek aan drie VN-instellingen in Rome, met het thema voedselzekerheid als belangrijkste punt op de agenda. Tijdens haar bezoek aan World Food Program (WFP), Food and Agriculture Organization (FAO) en International Fund for Agricultural Development (IFAD) spreekt zij met de directeuren van de drie organisaties, en benadrukt ze de doelstelling van Nederland om voedselzekerheid multilateraal en met internationale samenwerking aan te pakken op weg naar 2030.

Vergroot afbeelding Maisboer in Rwanda
Beeld: ©DSM
Een maisboer uit Rwanda.

Multilaterale samenwerking

Nederland is een groot voorstander van internationale samenwerking op het gebied van voedselzekerheid en zet daarop dan ook stevig in. Zo werd in Rwanda, in samenwerking met lokale maïsboeren, overheden en ngo’s, een werkwijze ontwikkeld die oogstverliezen vermindert. Dat leidde tot minder ondervoeding bij Rwandese kinderen en vrouwen, terwijl maïsboeren beter in hun levensonderhoud konden voorzien.

In Oeganda werden in samenwerking met de Nederlandse ambassade in Kampala groepen jongeren getraind voor werk in de landbouw. Daarmee wordt niet alleen de agrarische sector in dat land van kwalitatief hoogwaardig personeel voorzien, maar ontstaan ook praktische handvatten waarmee jongeren in hun levensonderhoud en dat van hun omgeving kunnen voorzien. Met IFAD worden boeren en boerinnen in de Sahel getraind in technieken om hun akkers natter te houden en vruchtbaarder te maken,  waardoor de beschikbaarheid van voedsel toeneemt en de kwetsbaarheid voor droogte vermindert.