Internationaal ondernemen naar hoger niveau door inzet op handelsbevordering
Ministeries
De hoofden van de economische afdelingen (HEA’s/hoofden handelsbevordering) van veel Nederlandse ambassades en consulaten kwamen deze week terug naar ons land voor de Internationale Economie Week (IEW). Lees meer over dit evenement en over het belangrijke werk dat de HEA’s doen voor Nederlandse bedrijven die internationaal (willen) ondernemen.
Tijdens de IEW doorliepen de HEA’s een vierdaags programma. Ze kwamen onder meer samen met ambtenaren van andere ministeries om de samenwerking te versterken en kennis uit te wisselen. Ook brachten ze inspiratiebezoeken aan Nederlandse bedrijven en Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, dit jaar in Leeuwarden (watertechnologie), Rotterdam (defensie-, maritieme maak- en havenindustrie) en Utrecht (gezondheidszorg en defensie-industrie).
Staatssecretaris: ‘Onze economische experts openen de wereld verder voor Nederlandse ondernemers’
‘We zijn de 18e economie ter wereld’, zei staatssecretaris handel en ontwikkelingshulp Aukje de Vries tijdens haar toespraak op het jaarlijkse Nationaal Export Event (NEX). ‘We verdienen ruim een derde van onze boterham in het buitenland. En dankzij de handel heeft een kwart van de van de Nederlandse beroepsbevolking - direct of indirect – een baan.’
Op de NEX ontmoetten de HEA’s zo’n 250 ervaren Nederlandse exporteurs. De Vries drukte hen op het hart vooral gebruik te maken van de kennis en kunde van de HEA’s. ‘De economische experts van onze ambassades en consulaten kennen de lokale markt; zij openen deuren bij overheden; en zij hebben een groot netwerk om u op weg te helpen. Want dáár staat Buitenlandse Zaken voor: kansen creëren, barrières wegnemen, en de wereld verder openen voor Nederlandse ondernemers. Dus mijn oproep aan u is eenvoudig: maak gebruik van ons. U bent altijd welkom.’
De HEA’s sloten het IEW-programma af met een dag bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Hierin onder meer een toespraak van secretaris-generaal BZ Christiaan Rebergen, een paneldiscussie over economische diplomatie in een turbulente wereld met EU Chief Trade Enforcement Officer Denis Redonnet, en diverse themasessies over economisch relevante onderwerpen. Denk aan de defensie-industrie, de halfgeleiderindustrie, economische missies naar het buitenland, het werken met AI, en de instrumenten van Invest International, Atradius, en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Wat doet een HEA?De HEA is op haar of zijn post (ambassade of consulaat) verantwoordelijk voor de economische afdeling. Per land en post zitten hier inhoudelijke nuanceverschillen in. Maar over het algemeen betekent dit dat de HEA leiding geeft aan het team dat zich inzet voor het identificeren en verzilveren van economische kansen voor Nederland en haar bedrijfsleven, in het land of de regio in kwestie. |
HEA ambassade Washington
Danielle van Mulukom is sinds twee maanden HEA op de ambassade in Washington in de VS. Zij en haar team houden zich uiteraard bezig met de handelstarieven, maar dat is zeker niet alles. ‘De handelstarieven zijn momenteel het meest geopolitieke onderwerp waar we mee bezig zijn en krijgt natuurlijk veel aandacht. Maar er valt nog steeds veel geld te verdienen voor Nederland in de VS en bedrijven zien veel kansen.
Daarom zijn we minstens zo hard bezig met concrete handelsbevordering, het ondersteunen van bedrijven in de VS en die naar de VS willen, bijvoorbeeld door het organiseren van handelsmissies. Dat doen we in samenwerking met de consulaten en de Netherlands Business Support Offices (NBSO’s) van het Nederlandse postennet in de Verenigde Staten, uiteraard met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de ministeries in Nederland.
We onderhouden een groot netwerk van bedrijven in de VS, zo hebben we in Washington DC het “Holland on the hill netwerk”. Recent hadden we onze staatssecretaris Aukje De Vries op bezoek, die onder meer bij de jaarvergadering van de Wereldbank was. Ook was er een succesvolle sportmissie naar Los Angeles (waar in 2028 de Olympische Spelen zijn) en een missie met prachtige Nederlandse bedrijven uit de cybersecuritysector.’
Ook de komende tijd staan Danielle en haar team niet stil. Zo viert de VS volgend jaar 250 jaar onafhankelijkheid, is in januari alweer de Consumer Electronics Show in Las Vegas en staat het WK voetbal voor de deur. ‘Dat biedt natuurlijk een mooie kans om hierbij aan te sluiten en onze Nederlandse contacten en bedrijven te betrekken.’
‘Mooi om je hard te maken voor Nederland’
Genoeg te doen dus voor Danielle als HEA. Wat spreekt haar zo aan in het werk? ‘Het is ontzettend mooi om je hard te maken voor Nederland. Voor de innovatieve en diverse bedrijven, die zo ontzettend ondernemend zijn en waar we trots op mogen zijn. Zij geven Nederland namelijk een unieke positie in Europa, maar ook in de wereld. Ik vind het eervol om te helpen die positie te behouden.’
Om dit voor elkaar te krijgen werkt Danielle niet alleen met collega’s van haar team of de ambassade en Nederlandse ondernemers. ‘Nee, daar zijn veel meer mensen voor nodig. We doen dit echt samen met alle Nederlandse posten in de VS. We zoeken de verbinding met Amerikaanse en Nederlandse bedrijven, brancheverenigingen, denktanks en natuurlijk de lokale en federale overheden. Door dit brede netwerk kunnen we als netwerk economische kansen signaleren en bepalen we onze prioriteiten in de VS. p welke sectoren kunnen wij als Nederland echt iets brengen én halen en maken we onze economie sterker en weerbaarder?’
| De HEA’s en de economische afdelingen van posten zijn ook betrokken bij investeringen die vanuit de Nederlandse uitvoeringsorganisaties worden gedaan RVO, Invest International en Atradius). |
Kansen in tuinbouwsector Ghana
Rens Twijnstra is sinds drie maanden de HEA in Accra, Ghana. Waar liggen volgens hem de kansen voor Nederlandse bedrijven? ‘Wat er bij mij uitspringt in de eerste maanden zijn de kansen in de tuinbouwsector. Mede dankzij het harde werk van de LVVN-attaché op de post is er veel expertise op dit gebied in huis. Dit heeft geholpen om een groep Nederlandse bedrijven flink in de tuinbouwsector te laten investeren; vooral om de zadensector op te bouwen.’
Tijdens de recente handelsmissie naar Ghana vanuit Nederland - en op het Nederlandse paviljoen op de Agro Food Fair in Accra - merkte Rens op dat er vanuit de Ghanese overheid een grote behoefte is aan Nederlandse producten en kennis op tuinbouwgebied. Ghana importeert nog altijd bijna de helft van alle groenten en fruit en wil juist minder afhankelijk zijn van import. ‘Er is in het land ontzettend veel landbouwgrond beschikbaar’, zegt Rens: ‘Combineer dat met de grote behoefte vanuit Ghana en de uitgebreide expertise van Nederlandse bedrijven en er kunnen mooie win-win-situaties ontstaan voor beiden.’
Zo heeft de ambassade in Accra nu een pilot opgezet en gefinancierd waarmee Nederlandse zaadbedrijven faciliteiten opzetten in Ghana; om stekjes lokaal te kunnen kweken en te verkopen. Rens: ‘Ook kan met deze opzet de Ghanese markt worden verkend op eventuele animo voor andere variëteiten van onder meer tomaten, uien en chilipepers. Nederlandse bedrijven komen dus steeds meer hier naartoe met hun operaties. Dat is iets waar ik de komende tijd absoluut flink mee aan de slag kan.’