Stop het doden van journalisten
Ministeries
Het is een dodelijk jaar geweest voor de journalistiek. In conflictgebieden vallen meer slachtoffers dan ooit. Wereldwijd is ook een ander patroon te zien: in negen van de tien gevallen waarin een journalist wordt vermoord, blijft de dader ongestraft. Dat moet anders.
Wie verslag doet van de waarheid, betaalt daar steeds vaker een prijs voor. Journalisten worden bedreigd, aangevallen of op een andere manier gehinderd in hun werk: camera’s die in beslag worden genomen, accreditaties worden ingetrokken, toegang tot ramp- of oorlogsgebieden worden geweigerd.
In conflictgebieden is de keuze soms onmenselijk eenvoudig: zwijgen, vluchten, of risico lopen om nooit meer thuis te komen. Steeds meer journalisten verlaten daarom hun land, anderen leggen hun werk voor altijd neer.
|
Aantal journalisten dat is omgekomen bij hun werk
(International Federation of Journalists, Committee to Protect Journalists, oktober 2025) |
Hulp aan journalisten in nood
Betrouwbare informatie is van onschatbare waarde, zeker in tijden van conflict. Het kan het verschil betekenen tussen leven en dood: waar wordt gevochten, welke gebieden zijn getroffen, en waar is voedsel of hulp te vinden? Ook in Nederland vertrouwen we op verslaggevers in conflictgebieden om ons op de hoogte te houden. Zonder hun werk blijft veel van wat er gebeurt buiten beeld.
Zolang aanvallen op journalisten onbestraft blijven, staat ook de waarheid zelf onder druk. Nederland zet zich daarom op verschillende manieren in om persvrijheid te verdedigen en te steunen.
De Nederlandse mensenrechtenambassadeur Wim Geerts noemt het essentieel dat journalisten veilig hun werken kunnen doen en dat de straffeloosheid voor misdaden tegen journalisten wordt aangepakt. Geerts noemt een voorbeeld:
‘Vorig jaar heeft Nederland een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar mogelijkheden om accountability voor misdaden tegen journalisten te bevorderen. Daarover overleggen we nu in de Media Freedom Coalition, waar Nederland lid van is.’
Training
Daarnaast zijn er andere journalisten die proberen hun collega’s overeind te houden. Zoals Rawan Jayousi, een Jordaanse mediamaker die jonge verslaggevers begeleidt in gebieden waar elk verhaal een risico is. Ze kent de mediawereld van binnenuit: jarenlang werkt ze bij lokale radiozenders in het Midden-Oosten, waar ze ziet hoe kwetsbaar onafhankelijke journalistiek kan zijn.
Later begint ze Madraj, een programma dat jonge mediabedrijven helpt groeien. Het richt zich op ondernemerschap en op manieren om journalistiek in het Midden-Oosten toekomst te geven.
Daarnaast ondersteunt Rawan journalisten die werken in conflictgebieden, zoals in Soedan, Jemen en Gaza. Haar trainingen zijn praktisch en gericht op overleven in het vak: niet ‘de oorlog’ verslaan, maar de verhalen erachter. Kinderen zonder onderwijs, families zonder eten of water.
Ze leert journalisten hoe je met je telefoon kunt filmen, feiten kunt checken, veilig data opslaat en hoe je over mensen schrijft zonder hun veiligheid in gevaar te brengen. Ook leren ze solutions journalism: verhalen die niet alleen de problemen laten zien, maar ook waar mensen hulp kunnen vinden of zelf oplossingen bedenken.
'Goedemorgen, ik leef nog.'
Schrijven tussen de bombardementen
Toen Rawan een journalist in Soedan begeleidde, hield ze de Zoom-link dertien uur per dag open. Hij kon inbellen wanneer hij even verbinding had. Soms kwamen berichten pas midden in de nacht. Maar het bleef moeilijk. Eén van haar cursisten verdween plotseling nadat zijn huis was aangevallen. ‘Ik heb die nacht niet geslapen,’ zegt Rawan. De volgende dag stuurde hij een bericht: ‘Goedemorgen, ik leef nog.’
In de Westelijke Jordaanoever begeleidde ze vier vrouwelijke journalisten die nauwelijks konden reizen. In Gaza was één van haar leerlingen voortdurend op de vlucht. ‘Elke week belde ze me vanuit een ander huis, als ze even bereik had,’ zegt Rawan. ‘Ze schreef verhalen tussen bombardementen door.’
‘Zij hebben niets. Hoe kan ik dan zeggen dat ze dapper moeten zijn?’
Onmacht
Toch kent haar werk grenzen. ‘Als iemand schrijft: ‘Ze zitten achter me aan, help me weg te komen,’ kun je geen vliegtuig sturen. Als hun laptop kapot is, kun je niet een nieuwe opsturen. En als ze geen eten hebben, kun je ze geen geld geven. Wat doe je dan nog?’
Rawan weigert haar studenten aan te moedigen tot riskant werk. ‘Dat praatje van ‘je bent sterk, je kunt dit’, voelt oneerlijk, zegt ze. ‘Ik zit veilig, met licht, water en eten. Zij hebben niets. Hoe kan ik dan zeggen dat ze dapper moeten zijn?’
Ze moedigt daarom geen heldenverhalen aan en benadrukt dat de journalisten elk moment mogen stoppen. Ook al verwacht een donor of organisatie dat er een verhaal uitkomt. Soms is het belangrijkste resultaat geen artikel, maar juist dat iemand besluit niet te publiceren omdat het te gevaarlijk is.
De prijs van stilte
De Internationale Dag tegen Straffeloosheid voor Misdaden tegen Journalisten helpt ons herinneren dat vrijheid van meningsuiting niet vanzelfsprekend is. En dat achter elk bericht en elke foto een mens staat die zijn veiligheid opoffert om de waarheid te laten zien. Nederland blijft zich daarom inzetten zodat geweld tegen journalisten niet onbestraft blijft.