Gemeentelijke belastingen

Gemeenten halen ongeveer 1/6 deel van hun inkomsten uit gemeentelijke belastingen. Vooral uit de onroerende zaakbelasting (OZB). Andere gemeentelijke belastingen zijn bijvoorbeeld toeristenbelasting, parkeerbelasting en hondenbelasting.

Gemeentelijke belastingen en heffingen

Er zijn 2 soorten gemeentelijke belasting:

  • Belastingen: bijvoorbeeld onroerende zaakbelasting (OZB), toeristenbelasting, forensenbelasting en parkeerbelasting. De opbrengst daarvan gaat naar de gemeente. De gemeente bepaalt zelf waarvoor ze de opbrengst gebruikt.
  • Heffingen: dit zijn rechten, tarieven en leges. Bijvoorbeeld rioolheffing, een kaartje voor het gemeentelijke zwembad of de kosten voor een paspoort. De gemeente kan hier alleen de totale kosten vergoed krijgen die ze gemaakt heeft. De totale opbrengst van deze heffingen mag niet meer zijn dan de totale kosten die de gemeente ermee betaalt.

Overzicht van veel voorkomende gemeentelijke belastingen en heffingen.

Een nieuwe belasting

Voor een nieuwe belasting moet de gemeente een zogenoemde gemeentelijke belastingverordening opstellen. Daarin staat hoe de gemeente de belasting berekent en wie de belasting moet betalen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft praktijkvoorbeelden van veelgebruikte belastingverordeningen. Gemeenten mogen niet zomaar nieuwe belastingen bedenken. Zij moeten zich houden aan de belastingen die in de wet staan.

WOZ-kosten delen met Rijk en waterschappen

Gemeenten maken kosten bij het vaststellen van de WOZ-waarde. Deze kosten delen zij met de Rijksoverheid en waterschappen. Ook zij maken namelijk bij de belastingheffing gebruik van de WOZ-waarde. De bijdrage van de Rijksoverheid en waterschappen aan de WOZ-kosten is onderdeel van het gemeentefonds. Dit staat in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken. Daarmee hebben de gemeenten meer vrijheid bij de besteding van de inkomsten.