Terugkeer naar de samenleving van gedetineerden

De Rijksoverheid wil zorgen voor een goede terugkeer van gedetineerden in de samenleving. Gedetineerden werken tijdens hun detentie al aan de terugkeer zodat ze er geleidelijk aan wennen (detentiefasering). Terug in de samenleving krijgen ze onder meer hulp van de reclassering en de gemeente.

In detentie geleidelijk wennen aan terugkeer (detentiefasering)

Gedetineerden zijn zelf verantwoordelijk om te werken aan terugkeer in de samenleving. Ze kunnen als dat nodig is ondersteuning krijgen van de casemanager van de gevangenis, een reclasseringsambtenaar en de gemeente. Bijvoorbeeld bij het regelen van de 5 basisvoorwaarden voor succesvolle re-integratie: 

  • een betaalde baan of dagbesteding
  • aanpak van schulden
  • onderdak
  • zorg
  • een geldig identiteitsbewijs. 

Verlof tijdens gevangenisstraf

Verlof kan nodig zijn om te zorgen dat een gedetineerde beter uit de gevangenis komt. 
Vanuit het plusprogramma kunnen gedetineerden daarom aan het einde van hun gevangenisstraf met re-integratieverlof. Een gedetineerde heeft de volgende mogelijkheden:

  • kortdurend verlof;
  • langdurend verlof;
  • re-integratieverlof;
  • verlof voor werk buiten de instelling (extramurale arbeid).

Tijdens het verlof gaat een gedetineerde bijvoorbeeld naar de gemeente voor een legitimatiebewijs. Of naar een woningverhuurder om een huurcontract te tekenen.

In aanmerking komen voor re-integratieverlof

Om in aanmerking te komen voor re-integratieverlof moet een gedetineerde inzet tonen. Bijvoorbeeld inzet om zijn leven op orde te krijgen. Is er teveel risico tijdens het verlof? Bijvoorbeeld voor slachtoffers of nabestaanden. Dan krijgt de gedetineerde geen toestemming.

Laatste deel straf buiten gevangenis (penitentiair programma)

Gedetineerden met een straf korter dan 1 jaar kunnen meedoen aan het penitentiair programma. In dit programma kunnen zij het laatste deel van hun detentie buiten de gevangenismuren doorbrengen. Wel staan de gedetineerden onder toezicht van de reclassering, want de straf is nog niet afgelopen. Bijvoorbeeld met een enkelband.

Deelnemers aan het programma moeten verplicht meewerken aan een aantal activiteiten. Bijvoorbeeld:

  • onder begeleiding werk zoeken;
  • behandeling van een psychische stoornis of verslaving.

Geen penitentiair programma voor straf langer dan 1 jaar

Gedetineerden met een straf van langer dan 1 jaar kunnen niet meedoen aan het penitentiair programma. Maar misschien komen ze wel in aanmerking voor een voorwaardelijke invrijheidstelling. 

Voorwaarden penitentiair programma

Om mee te mogen doen aan het penitentiair programma moeten gedetineerden:

  • volwassen zijn of onder het volwassenenstrafrecht vallen;
  • veroordeeld zijn tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van minstens 6 maanden;
  • nog minstens 4 weken en hoogstens 1 jaar hun straf uitzitten.

Gedetineerden komen niet in aanmerking als:

Nazorg gedetineerde bij terugkeer in de samenleving

De gemeente helpt de gedetineerde bij een goede terugkeer (re-integratie en resocialisatie) in de samenleving. De meeste gemeenten hebben een gemeentelijk coördinator Nazorg. Die ondersteunt (ex-)gedetineerden bij hun terugkeer naar de samenleving.

Gemeenten werken vaak met Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH-en) waarin justitie, zorg en bestuur samenwerken bij complexe problemen rond bijvoorbeeld criminaliteit. Gemeenten kunnen ook gebruik gaan maken van een re-integratieofficier (RIO). Die ondersteunt ex-gedetineerden om de basisvoorwaarden voor re-integratie op orde te krijgen.

Gemeente krijgt informatie over terugkeer gedetineerden

Keert een gedetineerde terug naar de samenleving? Dan brengt de Dienst Justitiële Inrichtingen  (DJI) de gemeente waar de gedetineerde gaat wonen hiervan op de hoogte. DJI verstuurt extra informatie bij een gedetineerde met een hoog risico. Dit gebeurt onder andere via het systeem Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ).

Hierdoor kan de burgemeester beoordelen of de terugkeer van de gedetineerde de openbare orde mogelijk verstoort. En of de veiligheid in het geding is. De burgemeester kan dan maatregelen nemen om dit te voorkomen.