5 vragen over de Nederlandse betrokkenheid in Afghanistan

Ministeries

Eind juni 2021 vertrokken de laatste Nederlandse militairen uit Afghanistan. Daarmee kwam er een eind aan bijna twintig jaar Nederlandse militaire inzet. Maar nog steeds blijft Nederland actief betrokken bij de ondersteuning van het land. Caecilia Wijgers, de Nederlandse ambassadeur in de hoofdstad Kabul, beantwoordt 5 vragen over onze inzet in Afghanistan. ‘We staan hier op een keerpunt in de geschiedenis.’

De situatie in Afghanistan is in hoog tempo verslechterd en is nog altijd erg onzeker. Buitenlandse troepen hebben het land verlaten en de Taliban heeft de macht gegrepen.

De informatie in dit artikel is gebaseerd op de situatie in juni 2021 en is vanwege de huidige ontwikkelingen in Afghanistan niet meer actueel.

Wilt u op de hoogte blijven van de situatie? Bekijk de onderwerppagina Afghanistan >>’

20 jaar inzet voor veiligheid, rechtsorde en stabiliteit in Afghanistan

Het begon in 2001, met de aanslagen van 11 september. Voor het eerst in de geschiedenis werd artikel 5 van het NAVO-verdrag ingeroepen: een aanval op een van de bondgenoten wordt beschouwd als een aanval op allemaal. Als antwoord op de terreurdaden vertrok een coalitie van NAVO-landen naar Afghanistan. Op dat moment waren daar de Taliban aan de macht, die onderdak boden aan terroristische groeperingen.

Na een zwaar offensief werd het Taliban-regime omvergeworpen en Al Qaida verdreven. Maar het land verkeerde in chaos.

Twintig jaar lang werkten Nederland en andere bondgenoten samen met de nieuwe Afghaanse regering, de plaatselijke bevolking, politie en krijgsmacht aan stabiliteit, rechtsorde en veiligheid. Hoe zag én ziet deze samenwerking eruit en hoe zorgen we dat de behaalde resultaten van kracht blijven? Aan de hand van 5 vragen legt ambassadeur Caecilia Wijgers het uit.

1. Wat hebben Nederland en de NAVO sinds 2001 in Afghanistan bereikt?

‘Door ontwikkelingssamenwerking, militaire en diplomatieke inzet zijn er belangrijke resultaten behaald. In de afgelopen jaren steeg de levensverwachting in Afghanistan van 44 naar 60 jaar. Onderwijs is toegankelijker geworden, vooral voor meisjes en vrouwen. Ook is er een stevige nieuwe basis gelegd voor de veiligheidssector, die met behulp van financiële steun en trainingsmissies nagenoeg van de grond af is opgebouwd. Er is inmiddels een democratisch verkozen regering die ruimte biedt aan vrije media.

Maar groeiende instabiliteit en onveiligheid maken duidelijk dat deze behaalde resultaten niet onomkeerbaar zijn.’

2. Waarom is het belangrijk om Afghanistan te blijven ondersteunen?

‘Je kunt veel ontwikkelingen in cijfers uitdrukken, maar wat er in Afghanistan ook is veranderd, is de volksgeest. De kracht en de wil vanuit de samenleving om positieve verandering teweeg te brengen. Dit is niet hetzelfde Afghanistan dat eind jaren negentig door de Taliban werd veroverd.

We staan hier op een keerpunt in de geschiedenis. Er is een nieuwe generatie Afghanen opgestaan, waaronder veel vrouwen die niet bang zijn zich uit te spreken. Die vooruitgang moet gewaarborgd blijven. En deze mensen moeten we blijven ondersteunen. Voor de veiligheid, stabiliteit en mensenrechten in Afghanistan zijn veel offers gebracht. Door Afghanen, maar ook door 25 Nederlandse militairen die hun leven hebben gegeven. En het werk is nog niet klaar.

Ook voor de rest van de wereld is een stabiel en veilig Afghanistan van belang. Om te voorkomen dat het land weer een vrijhaven wordt voor internationaal terrorisme. En om grote migratiestromen als gevolg van instabiliteit en conflicten in de toekomst te voorkomen.’

3. Hoe verandert onze steun aan Afghanistan, nu de NAVO-troepen vertrekken?

‘Het is belangrijk dat we duidelijk maken dat Nederland en andere NAVO-bondgenoten er nog steeds zijn, ondanks het vertrek van de militairen. Zolang de veiligheid het toelaat is Nederland in Afghanistan vertegenwoordigd en werken we vanuit Kabul samen met leiders in de Afghaanse samenleving en overheid. Want het einddoel is: langdurige en vooral zelfstandige stabiliteit in Afghanistan.

Voorlopig pleit de Afghaanse regering voor de blijvende aanwezigheid van internationale partners. Nederland blijft ontwikkelingssteun bieden, zolang dat veilig en verantwoord kan gebeuren – en zolang de Nederlandse inzet duurzaam is en blijft.

Met deze steun worden onder andere de politie- en justitiële sector verder opgebouwd en versterkt, worden Afghaanse burgers ondersteund in het vergroten van de veiligheid van hun gemeenschap en draagt Nederland bij aan de verdere ontmijning van het land. Ook de NAVO zal Afghanistan blijven steunen, onder andere door financiering van de Afghaanse strijdkrachten.’

4. Hoe kunnen we voorkomen dat de situatie in Afghanistan verslechtert?

‘De vredesonderhandelingen van de Afghaanse regering met de Taliban bieden de beste kans op een stabiel en veilig Afghanistan. Maar dat zal veel tijd en inspanning kosten. Er is een reële kans dat de instabiliteit de komende periode weer toeneemt, nu de Taliban meer en meer terrein in handen krijgen.

Voor ons geldt: eenmaal aan boord, kunnen we niet zomaar afhaken. Het is belangrijk dat we bij Afghanistan betrokken blijven. Zodat iedereen die zo moedig is om op te komen voor de mensenrechten kan worden gesteund. Zij zijn de agents of change. We zijn er nog steeds, voor hen en met hen.

Daarnaast is het belangrijk dat de Afghaanse politie blijft functioneren. Nederland heeft hier veel in geïnvesteerd. De politie is een civiele kracht in de samenleving, verantwoordelijk voor de veiligheid van de Afghaanse bevolking.’

'Voordat je als mens of als land over kunt gaan op duurzame ontwikkeling, moet je eerst uit de overlevingsstand.'

‘De Afghaanse bevolking lijdt aan een collectief trauma. Al meer dan 40 jaar wordt het land geteisterd door conflicten. Iedere familie heeft wel iemand verloren, of gedood zien worden. Voordat je als mens of als land over kunt gaan op duurzame ontwikkeling, moet je eerst uit de overlevingsstand. Steeds meer Afghaanse slachtoffers verenigen zich zodat hun stem gehoord kan worden. Bijvoorbeeld bij de vredesonderhandelingen in Doha, of bij het werken aan hun eigen economische ontwikkeling. Maar ook erkenning van het geleden leed is nodig om verder te kunnen.’

5. Wat zou iedere Nederlander moeten weten over de situatie in Afghanistan?

Vergroot afbeelding Ambassadeur Caecilia Wijgers en voorzitter van de Afghaanse mensenrechtencommissie, Shaharzad Akbar
Amb. Caecilia Wijgers (links) in gesprek met Shaharzad Akbar, voorzitter van de Afghaanse mensenrechtencommissie.

‘Ondanks het toenemende geweld staat het leven in Afghanistan niet stil. Kinderen gaan naar school en steeds meer vrouwen studeren. Op de universiteit van Herat bestaat zelfs meer dan de helft van de studenten uit vrouwen.

Jonge mensen dromen over hun toekomst. Ik ken de Afghanen als moedig en sterk, trots. Het zijn mensen die doorgaan, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt en elke dag opnieuw letterlijk hun leven riskeren om hun werk te kunnen doen. Deze mensen kunnen we nu niet in de steek laten.

Afghanistan heeft veel potentie en kan de wereld veel brengen. Maar er is vrede en stabiliteit nodig. Dat blijft de grootste uitdaging voor het land.’