Deze vrouwen wisten Afghanistan te ontkomen

Ministeries

Noodgedwongen vertrok Najiba uit de provincie Daikondi in Afghanistan. Haar lotgenoot, Mary, komt uit Kaboel en is al drie keer van verblijfplaats veranderd sinds de val van de hoofdstad. Een jaar geleden werkten de vrouwen nog voor door Nederland gefinancierde organisaties die noodhulp bieden aan Afghanen. Zij waren niet meer veilig in hun thuisland en zijn daarom overgebracht naar Nederland. ‘Een nieuw hoofdstuk in het leven. Het zal geen makkelijke opgave zijn, maar we zullen ons best doen.’

Voor de opmars van de Taliban waren Mary en Najiba werkzaam bij organisaties die hulp, gezondheidszorg en onderwijs bieden aan mensen in nood. Hulp die volgens hen juist op dit moment hard nodig is in Afghanistan.

De vrouwen vrezen voor hun vrijheid nu de Taliban weer de controle heeft over het land. Zelfs de deur uitgaan wordt bemoeilijkt. Zonder de aanwezigheid van haar broer mocht Najiba nergens heen. ‘Het was verschrikkelijk. Toen ik hoorde dat ik de grens over mocht, was ik dan ook erg opgelucht.’ Mary en Najiba maken deel uit van de groep van 188 Afghanen die eerder deze week aankwam in Eindhoven.

Overbrenging

Mary voelde zich niet veilig en is al drie keer van verblijfplaats veranderd sinds de val van Kaboel. Daarom is de Nederlandse regering verzocht Mary en haar gezin over te brengen. In overleg met de familie is toen besloten om Mary en haar gezin via Pakistan naar Nederland te brengen.

Najiba en Mary hoorden kort van te voren dat zij naar Pakistan moesten reizen. Mary vertrok per vliegtuig, Najiba deed dit over land. Samen met haar broer is zij toen vertrokken naar de grens met Pakistan. Vrouwen mogen in Afghanistan niet alleen over straat. Zijn gezelschap was van korte duur, want eenmaal bij de grens moesten de twee afscheid van elkaar nemen. Mary vertrok weliswaar met het vliegtuig, maar dat maakte de reis niet minder spannend. ‘Wat moet ik antwoorden als er naar mijn reis gevraagd wordt of mijn laptop en documenten worden gecontroleerd?’

Verblijf in Pakistan

Er was vooraf al contact, maar bij aankomst in Pakistan zagen ze de ambassademedewerkers in persoon. Daar werd de groep per bus naar de hostels gebracht in Islamabad. Kort daarna zijn de vrouwen langs gegaan bij de ambassade om het papierwerk te regelen voor de doorreis naar Nederland. ‘De Nederlandse ambassade was erg behulpzaam’, aldus Najiba.

Vorige week verbleven de vrouwen in Islamabad, waar de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zorgde voor opvang in hostels, eerste levensbehoeften en nieuwe kleding. De Nederlandse ambassadestaf bood mentale steun na de lange, moeilijke reis.  

Hoop

Najiba vindt het moeilijk om haar familie achter te laten. Naast het gemis, maakt ze zich ook zorgen over hun financiële situatie. Zij was immers de belangrijkste kostwinner in de familie. ‘Ik kan niet alleen aan mijzelf denken.’ Toen het papierwerk geregeld was, zijn Najiba en Mary naar Nederland overgebracht. Iets waar Najiba al lange tijd naar uit heeft gekeken. ‘Daar wil ik zo snel mogelijk de taal leren en een opleiding gaan volgen, inshallah.’

Ook Mary vond het verschrikkelijk om Afghanistan te moeten verlaten. Maar een andere keuze was er niet. De veiligheid van haar kinderen heeft de hoogste prioriteit. Zij hoopt dat haar kinderen in Nederland kunnen studeren en een veilig leven zullen leiden. ‘Een nieuw hoofdstuk in het leven. Ik weet dat het geen makkelijke opgave zal zijn, maar we zullen ons best doen.’

Ingewikkelde operatie

Barend werkt voor de Nederlandse ambassade in Islamabad en geeft inkijk in de ingewikkelde operatie: ‘nadat we toestemming kregen van  de Pakistaanse autoriteiten om deze groep van ongeveer 300 mensen zonder paspoorten via Pakistan naar Nederland te brengen, kregen we ook een deadline om dit voor 23 februari te doen.’ Toen is het logistieke proces, met de hulp van verschillende partners, in gang gezet. Nadat de voorbereidingen waren getroffen, kwam het bericht dat de deadline met drie dagen zou worden vervroegd. ‘Iedereen moest bij BZ opnieuw vol aan de bak’, vertelt Barend.

Alle mensen zijn toen opnieuw gebeld door Nederland Wereldwijd en het tolkenteam van Defensie dat zij een dag later al naar Pakistan moesten komen. Met de hulp van een beveiligingsbedrijf dat goede contacten heeft met de autoriteiten aan de grens konden de mensen vervolgens de grens over geholpen worden. Het beveiligingsbedrijf stond in contact met de Afghanen en hielp hen de grens over. Eenmaal aangekomen in Pakistan, is de groep in bussen naar Islamabad vervoerd. De ambassade werkte samen met het IOM om de mensen op te vangen in hostels.

Naar Nederland

De volgende stap was om de mensen zo snel mogelijk van officiële reisdocumenten te voorzien. Dat was nogal een uitdaging, omdat het gaat om een groep van bijna 300 mensen die op afspraak langs moest komen bij de ambassade. Een andere zorg is de PCR-test voorafgaand aan de vlucht. Het vliegtuig heeft een capaciteit van 188 mensen, maar je kan niet aannemen dat iedereen negatief test. Om de eerste charter zo vol mogelijk te krijgen, is het de ambassade gelukt om in slechts een paar dagen tijd de hele groep van noodreisdocumenten te voorzien.

Het laatste deel van de overbrenging vond plaats op het vliegveld. Eerst een beveiligingscheck, gevolgd door de immigratiecontrole. Gelukkig was er al toestemming van de autoriteiten en mocht de groep doorlopen naar de gates. Daar bleken er te weinig tickets te zijn geprint. Na enig aandringen is voor vertrek nog een laatste telling gedaan: de groep is compleet. Barend: ‘ik was erg opgelucht toen de deur achter hen sloot en het vliegtuig naar Nederland vertrok.’