World Humanitarian Day: geen levensreddende hulp, zonder veilige hulpverlening

Ministeries

Steeds vaker zijn noodhulpverleners het doelwit van gewelddadige aanvallen. Dat moet stoppen, want alleen als hulpverleners hun werk veilig kunnen doen, kunnen ze mensen in nood zo goed mogelijk helpen. Nederland zet zich daarom in om hulpverleners te beschermen en straffeloosheid tegen te gaan. Bijvoorbeeld door het Rode Kruis en de International NGO Safety Organisation financieel te steunen.

Op 19 augustus is het World Humanitarian Day - de Internationale Dag van de Noodhulpverlener. Tijdens deze dag staan we stil bij het werk van noodhulpverleners, het belang van hun veiligheid en de internationale afspraken die daarvoor gelden.

Vergroot afbeelding Noodhulpverlener in Kyiv
Beeld: ©UNOCHA
Een humanitaire hulpverlener helpt bij de zoektocht naar overlevenden in Kyiv.

Dodelijkste jaar ooit

Wereldwijd komen noodhulpverleners in actie bij natuurrampen, oorlogen en conflicten. Ze werken vaak onder hoge druk en in gevaarlijke gebieden. Om mensen in nood snel te kunnen helpen, is het belangrijk dat ze hun werk veilig en onbelemmerd kunnen doen. Toch vinden aanvallen op noodhulpverleners steeds vaker plaats.

In 2024 kwamen volgens de Aid Worker Security Database 383 hulpverleners tijdens hun werk om het leven. Het dodelijkste jaar ooit. Ook het aantal hulpverleners dat is gewond geraakt, gevangengenomen of gekidnapt tijdens het werk nam in 2024 toe. ‘Wereldwijd lijkt humanitair werk steeds minder te worden geaccepteerd’, zegt Anthony Neal van de International NGO Safety Organisation, een organisatie die zich inzet voor de veiligheid van hulpverleners. Hij vervolgt: ‘In verschillende contexten zien we vaker gerichte aanvallen op hulpverleners en meer beperkingen op waar en hoe we ons werk mogen doen. Het wordt daardoor steeds lastiger om hulp te verlenen en mensen in nood te bereiken.’

Ook Derk Segaar, hoofd Internationale Hulp bij Rode Kruis Nederland, ziet dat zijn collega’s zich vaker zorgen maken over hun veiligheid. ‘Ik heb hulpverleners gesproken die soms al dertig jaar actief zijn in humanitair werk en zich voor het eerst niet beschermd voelen door het Rode Kruis embleem, maar juist het gevoel hebben dat ze een doelwit zijn. Dat is natuurlijk enorm zorgwekkend.’

Vergroot afbeelding
Beeld: ©International Committee of the Red Cross
Een verwoeste ambulance van de Palestijnse Rode Halve Maan in Gaza.

Humanitair oorlogsrecht

De bescherming van burgers en hulpverleners is wettelijk vastgelegd in het humanitair oorlogsrecht. In het oorlogsrecht staan ook afspraken over onbelemmerde toegang tot noodhulp en de bescherming van gevangenen en gewonden. De belangrijkste afspraken van het humanitair oorlogsrecht zijn vastgelegd in de vier Verdragen van Genève en de Aanvullende Protocollen.

‘Het oorlogsrecht gaat om medemenselijkheid in een conflict’, legt Derk uit. ‘Burgers moeten altijd beschermd worden. Hulpverleners mogen nooit een doelwit zijn en ze moeten mensen in nood kunnen voorzien van het minimale dat zij nodig hebben om te overleven. Toch zien we in steeds meer conflicten dat het oorlogsrecht wordt genegeerd.’

Nederland hecht grote waarde aan deze internationale afspraken en overtredingen van het humanitair oorlogsrecht moeten worden bestraft. Want burgers en hulpverleners mogen nooit het doelwit van geweld zijn. Meer weten over het humanitair oorlogsrecht en de Verdragen van Genève? Lees ook: 75 jaar Verdragen van Genève: ook tijdens oorlog gelden er regels.

Lokale slachtoffers

De meeste slachtoffers van geweld tegen hulpverleners zijn lokale vrijwilligers en werknemers, die zich ondanks de toenemende onzekerheden, blijven inzetten om mensen in nood te helpen. ‘Zo’n 90% van alle hulpverleners is actief in hun eigen gemeenschap’, legt Anthony uit. ‘In Gaza, Oekraïne en overal waar een humanitaire crisis plaatsvindt, proberen hulpverleners dag en nacht mensen te helpen.’

Ook bij het Rode Kruis werken de meeste hulpverleners in hun eigen gemeenschap. ‘Het vraagt veel moed om te wonen en werken in een gebied waar explosies plaatsvinden en wordt gevochten’, zegt Derk. Lokale hulpverleners weten goed wat er nodig is en hebben vaak kennis van lokale culturen en gebruiken. ‘Deze hulp kan een enorm verschil maken voor mensen die moeten overleven.’

Beschermen van hulpverleners

Om te zorgen dat hulpverleners hun werk zo veilig mogelijk kunnen doen, voorziet de International NGO Safety Organisation (INSO) ngo’s van actuele veiligheidsinformatie. Via INSO kunnen ngo’s informatie over incidenten veilig en anoniem delen om andere organisaties te waarschuwen. ‘Bijvoorbeeld als hulpverleners op een bepaalde weg worden overvallen’, legt Anthony uit. ‘Wij kunnen dan, zonder vertrouwelijke informatie te delen, communiceren dat het incident heeft plaatsgevonden. Hierdoor kunnen andere ngo’s kiezen om vandaag niet via die weg te reizen.’

Op basis van alle verzamelde data onderzoekt INSO ook trends die ngo’s kunnen helpen om zich beter aan de lokale risico’s aan te passen. ‘Zo reageren we niet alleen op situaties, maar kunnen we ook actief adviseren. Bijvoorbeeld als uit een analyse blijkt dat ngo-voertuigen vaak worden aangevallen in een bepaalde regio, kunnen we adviseren om tijdelijk niet in de herkenbare witte trucks te rijden.’

INSO coördineert ook informatie-uitwisseling tussen verschillende ngo’s, zodat zij ervaringen en dilemma’s op het gebied van veiligheid kunnen delen. Daarnaast organiseert INSO trainingen voor ngo-medewerkers. ‘We willen niet alleen informatie bieden, maar zorgen dat organisaties weten hoe ze de informatie en adviezen kunnen gebruiken. Samen kijken we dan naar vragen als: hoe zorg je voor de persoonlijke veiligheid van je personeel? En hoe reageer je in tijden van crisis?’

Risico’s accepteren

Ook het Rode Kruis neemt verschillende maatregelen om het werk zo veilig mogelijk te maken. Dat gaat om fysieke bescherming, zoals kogelwerende vesten, helmen en het zoeken van veilige accommodaties, maar ook om diverse veiligheidsprotocollen. ‘Er wordt bijvoorbeeld nooit ’s nachts gereisd’, legt Derk uit. ‘Ook informeren we de strijdende partijen altijd van tevoren dat we van A naar B reizen en de reden waarom we naar deze locatie reizen. Zo kunnen er geen misverstanden ontstaan.’

Toch zijn de risico’s bij humanitair werk nooit volledig weg te nemen. ‘De laatste jaren zijn er steeds vaker situaties waarbij we meer risico accepteren dan we eigenlijk zouden willen’, zegt Derk. ‘Als organisatie wegen we de risico’s af, maar vaak is er geen andere optie, omdat de situatie zo schrijnend is en burgers volledig afhankelijk zijn van noodhulp om te overleven.’

Derk noemt voorbeelden uit Zuid-Soedan, Oekraïne en Gaza. ‘In het zuidwesten van Gaza hebben we een noodhospitaal dat enkel bestaat uit tenten en plastic doeken, omdat we geen beschermend materiaal mogen binnenbrengen. Een explosie of verdwaalde kogel gaat daar dwars doorheen. We kunnen onze artsen daar nauwelijks fysieke bescherming bieden, maar de zorg is enorm hard nodig.’

Onafhankelijk onderzoek

Aanvallen op hulpverleners zijn vaak lastig te bewijzen en worden daardoor nauwelijks bestraft, vertelt Derk. ‘Er wordt zelden echt onafhankelijk onderzoek gedaan. Als Rode Kruis kunnen we dat zelf niet oplossen. Daarom roepen we overheden op om strijdende partijen aan te spreken en hen te wijzen op de morele en wettelijke verplichtingen van het oorlogsrecht.’

Ook Anthony ziet handhaving van het oorlogsrecht als de beste manier om hulpverleners te beschermen. ‘We moeten afstappen van de cultuur van straffeloosheid die we steeds meer zien bij aanvallen op hulpverleners. Daders moeten verantwoordelijk worden gehouden en de bescherming van burgers via het internationale recht worden afgedwongen.’

Straffeloosheid tegengaan

Nederland hecht veel waarde aan deze internationale afspraken en rechtsorde. Burgers en hulpverleners mogen nooit het doelwit van geweld zijn en schenders van het humanitair oorlogsrecht moeten berecht worden. Daarom trekt Nederland op met landen in de EU en gelijkgezinde landen in de VN om straffeloosheid tegen te gaan en hulpverleners te beschermen. Nederland steunt bijvoorbeeld onderzoeken naar oorlogsmisdaden in Oekraïne, spreekt zich uit bij aanvallen op hulpverleners en initieerde de resolutie van de VN-Veiligheidsraad om de inzet van honger als oorlogswapen strafbaar te stellen.

Brede inzet humanitaire hulp 

Miljoenen mensen wereldwijd zijn in nood of op de vlucht. Zij hebben snel hulp nodig om te kunnen overleven en hun leven weer op te bouwen. Daarom steunt Nederland het werk van het internationale Rode Kruis en hulporganisaties van de Verenigde Naties, zoals Unicef en het Wereldvoedselprogramma met een bijdrage die kan worden ingezet waar het op dat moment het hardste nodig is. Deze steun is voorspelbaar en niet gekoppeld aan specifieke onderwerpen of doelgroepen. Nederland draagt ook bij aan de internationale noodhulpverlening van de EU.

Lees meer over de inzet van Nederland op het gebied van humanitaire hulp.