Vrouwendag: wat doet Nederland voor de positie van vrouwen wereldwijd?

Ministeries

Meer gendergelijkheid en verbetering van de sociale en economische positie van vrouwen en meisjes wereldwijd is een belangrijk werkterrein van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Op welke manieren zet BZ zich in voor meer gelijkheid, binnen en buiten de muren van het ministerie?

Vergroot afbeelding
Deelnemers van de Nederlandse vertegenwoordiging in New York tijdens een mars in het kader van Orange the World, de jaarlijkse Nederlandse campagne tegen geweld tegen vrouwen wereldwijd.

Nederland staat internationaal bekend als een voorvechter voor gendergelijkheid en meer rechten voor vrouwen en meisjes. Zo heeft Nederland één van de grootste fondsen ter wereld voor de bevordering van gelijke rechten van vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten: het zogeheten SDG5 Fonds .  In dat fonds zit bijna €500 miljoen voor de periode 2021-2025.

De programma’s en projecten die uit dit fonds worden betaald vallen onder de verantwoordelijkheid van de Taskforce Vrouwenrechten en Gendergelijkheid (TFVG). In deze Taskforce werken verschillende afdelingen van BZ samen voor gelijke kansen en rechten voor vrouwen en meisjes.

Nederland heeft één van de grootste fondsen ter wereld voor de bevordering van gelijke rechten van vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, het zogeheten SDG5 Fonds.

Ook in 2023 behaalde de Taskforce volgens hoofd Karen Burbach, sinds 2021 hoofd van de TFVG, belangrijke doelen en resultaten op diverse gebieden. ‘We ondersteunden wereldwijd (jeugd-) feministische bewegingen via 21 strategische partnerschappen. We zetten ons, samen met de BZ-collega’s en met gelijkgestemde landen, in voor de rechten van vrouwen, meisjes en LHBTIQ+ personen én gendergelijkheid. In EU-context droeg Nederland daar ook aan bij: goedkeuring van de eerste EU-sancties tegen seksueel- en gendergerelateerd geweld en grootschalige schendingen van vrouwenrechten. Het is belangrijk dat we dit blijven doen, want er is een duidelijk toenemende mondiale weerstand tegen gendergelijkheid en vrouwenrechten.'

Generation Gender

Eén van de programma’s die uit het fonds worden gefinancierd is Generation Gender (‘Gen G’), actief in zeven landen: Indonesië, Jordanië, Libanon, Marokko, Oeganda, Rwanda en Zuid-Afrika. Het programma richt zich op geweldloze samenlevingen voor vrouwen. Gendergerelateerd geweld en de oneerlijke verdeling van zorg tussen mannen en vrouwen worden aan de kaak gesteld.

Dat doet Gen G op verschillende manieren, vertelt Olloriak Sawade, programmaleider van Rutgers, een van de leidende partners in het programma. ‘We werken samen met belangenbehartigers om wetten in een land eerlijker te maken. In Marokko heeft de Gen G-coalitie met vrouwen een cartoonwedstrijd georganiseerd waarbij vrouwen hun positie indringend in beeld brachten. Bij dit soort campagnes wordt de aanpak per land individueel bepaald en kan deze behoorlijk variëren, maar het doel is altijd om de positie van vrouwen en jongeren te verbeteren.’

Programma Gen G heeft tot eind vorig jaar twintig wetten en plannen kunnen beïnvloeden om ze aan te laten sluiten bij de rechten en behoeften van vrouwen en jongeren

Gen G, dat nog loopt tot eind 2025, heeft tot eind vorig jaar twintig wetten, beleidsstrategieën en plannen kunnen beïnvloeden om ze aan te laten sluiten bij de rechten en behoeften van vrouwen en jongeren. In Rwanda werd bijvoorbeeld recent een betaald vaderschapsverlof van zeven dagen toegekend aan mannelijke werknemers na de geboorte van hun kind. Bij hetzelfde ministerieel besluit werd ook de duur van het zwangerschapsverlof verlengd, tot in totaal veertien weken.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Buitenlandse Zaken
Twee deelnemers aan de conferentie over het Feministisch Buitenlandbeleid, afgelopen najaar in Den Haag.

Feministisch buitenlandbeleid

Het streven van Nederland voor meer gelijkheid van mannen en vrouwen en LHBTIQ+ personen overal ter wereld krijgt ook gestalte in het feministisch buitenlands beleid (FBB). Twee jaar geleden koos Nederland hiervoor. Peter Derrek Hof (ambassadeur vrouwenrechten en gendergelijkheid) vindt het een belangrijk signaal: 'Met het feministisch buitenlands beleid geeft het kabinet een duidelijk signaal af dat extra inzet op gelijkheid en gelijke behandeling nodig is. Inzet op vrouwenrechten en gendergelijkheid draagt bij aan het verminderen van conflicten, extremisme, armoede en economische ongelijkheid.’  En Nederland sluit zich met het FBB aan bij een koplopersgroep  van landen die zich internationaal hard maken voor gendergelijkheid, zoals Duitsland, Spanje, Frankrijk, Luxemburg, Canada, Mexico en Chili.

Feministisch buitenlands beleid staat voor het beschermen van mensenrechten en het bevorderen van betekenisvolle deelname van vrouwen en LHBTIQ+ personen aan besluitvorming. Het feministisch buitenlands beleid richt zich op rights, representation, resources en reality check. Op verschillende manieren wordt dit in de praktijk gebracht.  Zo was seksueel geweld tijdens conflicten een belangrijk thema op de Ukraine Accountability Conference afgelopen jaar in Den Haag. Nederland steunt ook Europese sancties als reactie op het grootschalige geweld tegen vrouwen in Iran.

Ambassades wereldwijd

De Nederlandse ambassades wereldwijd besteden op 8 maart ruim aandacht aan Vrouwendag. Daarnaast werken de ambassades in projecten ook aan gelijkheid. De ambassade in Servië heeft een project Female Role Models, waarbij inspirerende vrouwen aandacht krijgen via de ambassade voor hun werk. Veel ambassades organiseren debatten op 8 maart, zoals de ambassade in Praag over de ongelijke betaling van mannen en vrouwen voor hetzelfde werk. En inspirerende vrouwen vertellen op een evenement van de Nederlandse ambassade in Dublin, Ierland, tijdens een evenement over vrouwelijk leiderschap.

Binnen Buitenlandse Zaken: vrouwennetwerk FEE

Ook voor de medewerkers van BZ is er aandacht voor de positie van vrouwelijke medewerkers. Het vrouwennetwerk van Buitenlandse Zaken, FEE (Female Exchange of Experiences) is eind 2007 opgericht omdat de behoefte werd gevoeld om als vrouwen meer van elkaar te leren om professionele en persoonlijke groei te bewerkstelligen. FEE voorziet in die behoefte door vrouwen op een informele wijze met elkaar in contact te brengen en zo een netwerk te creëren.

FEE (driehonderd leden) is geen belangenvereniging en neemt dan ook geen standpunt in namens haar leden. Het doel is netwerken en leren en de vorming van ‘new girls networks’. FEE is het forum bij uitstek om actuele onderwerpen en inhoudelijke thema’s aan de kaak te stellen, te bespreken en uitkomsten aan te bieden aan relevante gesprekspartners binnen BZ.  FEE organiseert workshops, discussiebijeenkomsten, lunchlezingen en informele netwerkbijeenkomsten. Een dag voor Internationale Vrouwendag 2024 was er een bijeenkomst op het ministerie waar minister Hanke Bruins Slot bij aanwezig was. Voor de minister heeft Internationale Vrouwendag steeds meer betekenis gekregen.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Buitenlandse Zaken
Minister Hanke Bruins Slot van Buitenlandse Zaken bij de bijeenkomst van vrouwennetwerk FEE op 7 maart 2024.

'Vooruitgang voor vrouwen betekent vooruitgang voor iedereen'

Minister Bruins Slot: 'Er is nog een wereld te winnen. Op veel plekken in de wereld mogen vrouwen niet naar school. Ze mogen niet werken, en hebben soms niet eens een bankrekening. Hun mond wordt gesnoerd, door intimidatie en uitsluiting. En zo laat de wereld veel talent, doorzettingsvermogen en deskundigheid liggen.'

'Een gemiste kans. Want vooruitgang voor vrouwen betekent uiteindelijk vooruitgang voor iedereen. Dat geldt ook voor Nederland, waar vrouwen nog steeds niet gelijk vertegenwoordigd zijn. En precies daarom zou iedereen zich moeten inzetten voor vrouwenrechten. Want vrouwelijke activisten, zoals Joelia Navalnaja, stuwen de wereld voort, uiteindelijk naar betere tijden.'