Nieuwe fase voor Nederlandse diplomaten in Israël en de Palestijnse Gebieden: ‘We maken ons grote zorgen om de Nederlanders in Gaza'

Ministeries

Kort na het uitbreken van de hevige gevechten tussen Israël en Hamas, op 7 oktober, spraken we met Marriët Schuurman (Nederlandse ambassadeur in Tel Aviv) en Michel Rentenaar (Nederlands vertegenwoordiger in de Palestijnse Gebieden). Vandaag vertellen zij hoe de situatie zich de afgelopen weken heeft ontwikkeld, en hoe zij zich voor en achter de schermen tomeloos inzetten om alle in Gaza vastzittende Nederlanders te helpen: ‘We maken ons grote zorgen.'

Vreselijke situatie

Gevechtsgeweld leidde er afgelopen zaterdag toe dat communicatie met Gaza niet mogelijk was. In de loop van het weekend herstelde die communicatie zich en kon het contact met alle Nederlanders ter plaatse worden hervat. En dat is van cruciaal belang, vertelt Michel. ‘De Nederlanders in Gaza zitten samen met de lokale bevolking in een vreselijke situatie. Het is bijna niet voor te stellen waar de gegijzelde Ofir Engel en zijn familie nu doorheen gaan. En ook de, voor zover nu bekend, 27 in Gaza gestrande Nederlanders en hun directe familieleden zitten in angst en onzekerheid. Met hen houden we intensief contact en we doen er alles aan om te zorgen dat ze uit Gaza weg kunnen komen. Dat doen we samen met andere landen, die vaak nog veel meer landgenoten vast hebben zitten in Gaza. Vorige week kregen we het vreselijke nieuws dat één van de Nederlanders is omgekomen. Ik vond het heel moeilijk om op dat moment met haar zoon te praten, maar dat contact is wel ontzettend belangrijk geweest.’

Het is bijna niet voor te stellen wat Ofir Engel en zijn familie nu doormaken

Gelukkig zijn er op de Westelijke Jordaanoever wel enkele mogelijkheden om Nederlanders in nood weg te krijgen. ‘Soms is het een kwestie van letterlijk in de auto stappen en aan de slag gaan’, gaat Michel verder. ‘Er zat daar een Nederlandse vrouw vast, die geen kant op kon omdat alles is afgesloten. Je kunt letterlijk niet van het ene dorp naar het andere. Die vrouw zijn we toen dus gaan ophalen met onze eigen auto, omdat wij met diplomatieke vrijstelling wel door de checkpoints konden. Zo lukte het ons om haar naar de grensovergang tussen de Westelijke Jordaanoever en Jordanië te brengen, waarna ze vanuit daar veilig terug naar Nederland kon.’

Crisismodus

Ondertussen wordt er op beide posten ook voorzichtig teruggeblikt op het begin van de oorlog. ‘De eerste schok is voorbij, maar we zitten natuurlijk nog wel in crisismodus. Al is de praktische invulling daarvan wel veranderd ten opzichte van twee weken geleden’, vertelt Marriët. ‘De eerste dagen en weken stonden vooral in het teken van het repatriëren van gestrande Nederlanders. Toen dat achter de rug was, zijn we ons gaan voorbereiden op allerlei mogelijke vervolgscenario’s. In het meest extreme scenario moet je dan denken aan het evacueren van de Nederlanders en anderen die daar voor in aanmerking komen, maar je weet nooit of dat kan als het conflict verder escaleert.

Heftige start

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Buitenlandse Zaken
Marriët biedt haar geloofsbrieven aan bij de Israelische president Isaac Herzog

Marriët, die pas twee maanden geleden aantrad als ambassadeur in Tel Aviv, maakt een heftige start door op haar nieuwe post. Ze zegt: ‘Ik heb pas afgelopen dinsdag mijn geloofsbrieven aangeboden, in een soort spoedprocedure met 13 andere ambassadeurs. Hoewel dat totaal anders was dan het normaal zou zijn gegaan, vond ik het gezien de situatie juist een gewichtig moment. Zo van: de diplomatie gaat ondanks alles gewoon door.’

De diplomatie gaat ondanks alles gewoon door

Prioriteiten

Als ambassadeur heeft ze momenteel twee grote prioriteiten. ‘Allereerst moet ik voor de collega’s in Den Haag de context van hier goed schetsen, zodat daar weloverwogen besluiten kunnen worden genomen. Daarnaast moet ik ervoor zorgen dat mijn mensen hier in zware omstandigheden overeind blijven en hun verhaal kwijt kunnen.’

Haar diplomatieke werk ziet er dan ook anders uit dan ze gewend is. ‘Normaal gesproken zou ik eerst kennis gaan maken met allerlei mensen, maar nu moet ik ze gewoon bellen zonder dat ik ze ooit heb ontmoet omdat er dringend van alles nodig is. Dat is een beetje de omgekeerde weg.’

Slijtageslag

Michel maakte als diplomaat al meerdere oorlogssituaties mee, maar ook voor hem en zijn team op de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah zijn het slopende weken. ‘De crisisorganisatie hadden we kort na de aanslagen van Hamas snel op orde’, blikt hij terug. ‘De rollen werden verdeeld en iedereen zet zich tomeloos in, maar inmiddels merk je dat het best een slijtageslag wordt voor de collega’s. We proberen waar we kunnen dus ook wat rustmomenten in te bouwen.’

In dat opzicht lijken de situaties waarin Michel en Marriët zitten op elkaar. Toch is de realiteit in Gaza op dit moment echt anders dan die in Israël, vertelt Michel. ‘Mijn dagen staan momenteel voor een groot deel in het teken van humanitaire diplomatie. Er is een enorme humanitaire ramp gaande in Gaza. De aantallen doden lopen in de vele duizenden. Dat zijn bijna allemaal burgers, waaronder veel kinderen. Onbeschrijflijk.’

Diplomatieke druk

Dat noopt hem om regelmatig tot het uiterste te gaan, legt hij uit. ‘We proberen diplomatieke druk uit te oefenen op allerlei partijen, zoals Israël, Egypte en de Verenigde Naties, om te zorgen dat er meer humanitaire goederen de Gaza-strook in kunnen.’ Toch komt dat vooralsnog maar mondjesmaat op gang.

Vergroot afbeelding
Michel Rentenaar met president Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit

‘Nederland heeft via minister Schreinemacher na het uitbreken van de oorlog 25 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor humanitaire hulp, maar dat is pas stap één. Vervolgens moet het nog naar binnen. Er gaan nu per dag maximaal enkele tientallen vrachtwagens met hulpgoederen Gaza in. Op een normale dag, voor de oorlog, was dat een veelvoud daarvan. Dat geeft wel aan hoe hoog de nood aan het oplopen is.’

Menselijkheid blijven zien

Michel heeft voor het interview even de buitenlucht opgezocht en terwijl hij spreekt, is op de achtergrond het geluid van spelende kinderen te horen. Een bijna surrealistisch contrast met de dagelijkse realiteit waarin hij zich bevindt. Hij vertelt: ‘Ik ben even naar cultureel centrum Feel Beit, wat in het Arabisch ‘thuis’ betekent, gelopen. Dat is een van de laatste plekken waar Israëli’s en Palestijnen nog samen komen, elkaar omhelzen en een poging doen het allemaal nog enigszins bij elkaar te houden.’ De plek emotioneert hem, zegt hij. ‘De mensen die hier komen, trekken zich weinig aan van de over en weer vliegende schuldvraag en proberen vooral elkaars menselijkheid te blijven zien. Het is echt ongelooflijk om dat onder deze omstandigheden nog te zien, maar uiteindelijk blijft dat natuurlijk wel de kern.’

'Feel Beit', wat thuis betekent in het Arabisch, is een van de laatste plekken waar Israëli's en Palestijnen nog bij elkaar komen en proberen elkaars menselijkheid te blijven zien

Samenwerking

De diplomatieke vertegenwoordigingen van Nederland en Tel Aviv en Ramallah werken in de explosieve context van de oorlog goed samen. Marriët vertelt: ‘De repatriëring van Nederlanders, aan het begin van de oorlog, was echt een co-productie tussen Tel Aviv en Ramallah, die geweldig werd ondersteund door zowel het Ministerie van Defensie als door onze mensen van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Daardoor konden collega’s van beide posten op het vliegveld als een geoliede machine gestrande Nederlanders opvangen.’

Michel vult aan: ‘De samenwerking tussen beide posten verloopt geweldig. Dat was overigens ook al zo voor het conflict. Het is niet altijd makkelijk. Je komt al snel vast te zitten in het narratief van de een óf van de ander. Maar wij hebben bijvoorbeeld twee beleidsmedewerkers rondlopen die voor de helft bij ons in dienst zijn en voor de helft in Tel Aviv. Dat helpt erg bij het wederzijdse begrip, juist nu.’

Bezoek Rutte

De diplomatieke wegen in de zoektocht naar de-escalatie van het gewelddadige conflict worden niet alleen bewandeld door de twee Nederlandse vertegenwoordigers. Ook het kabinet doet wat het kan, bijvoorbeeld met het bezoek van minister-president Rutte aan het conflictgebied vorige week. Marriët vertelt: ‘Dat bezoek is heel goed verlopen. Het is ontzettend belangrijk dat hij niet alleen naar Israël ging, maar ook naar de Westelijke Jordaanoever en voor zowel de Israëlische premier Benjamin Netanyahu als voor Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit een heldere boodschap had.’

Michel vult aan: ‘Het bezoek van Rutte is inderdaad van groot belang geweest. Hij was de eerste Westerse leider die zowel Netanyahu als Abbas bezocht, en daarmee in feite het diplomatie kanaal met de Palestijnse Autoriteiten opende. Dat zat de eerste twee weken van het conflict potdicht. Je ziet ook dat Rutte daarmee een deur opende, want een dag later is ook de Franse president Emmanuel Macron geweest en nu overwegen andere landen het ook. Dat is zo belangrijk, want er zitten twee kanten aan dit verhaal. Bovendien moet er onderscheid worden gemaakt tussen terreurbeweging Hamas en het Palestijnse volk dat hier gigantisch onder lijdt.’

Marriët sluit af: ‘Het bezoek straalde vooral menselijkheid uit. Rutte sprak bijvoorbeeld met de familie van Ofir Engel, en ook met iemand die familie heeft zitten in Gaza. Door naar ze te luisteren gaf hij die mensen toch het gevoel er niet helemaal alleen voor te staan in deze voor iedereen traumatiserende oorlog.’