Huisvesting statushouder

Asielzoekers worden statushouders (of vergunninghouders) zodra ze een verblijfsvergunning krijgen. Ze gaan dan deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) koppelt deze vergunninghouders aan gemeenten. Gemeenten moeten statushouders passende woonruimte aanbieden.

Taakstelling huisvesting vergunninghouders

De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar hoeveel vergunninghouders gemeenten een plaats moeten geven om te wonen. Dit aantal staat in de taakstelling voor huisvesting vergunninghouders. De verdeling over gemeenten hangt af  van hoeveel mensen er in een gemeente wonen. Grotere gemeenten moeten meer vergunninghouders woonruimte bieden dan kleinere gemeenten.

Onderaan deze pagina staan de overzichten met de gegevens per gemeente over de huisvesting van asielzoekers met een verblijfsvergunning.

Gemeente zorgt voor woning

Gemeenten beslissen zelf over wat voor soort woning ze aanbieden. Het kan een zelfstandige (huur)woning zijn, een flexwoning of een gedeelde woning met meer mensen. Vaak doen gemeenten een beroep op sociale huurwoningen van woningcorporaties. Een vergunninghouder mag ook zelf naar woonruimte zoeken.

Een gemeente bepaalt ook zelf of mensen met een verblijfsvergunning recht hebben op voorrang bij een sociale huurwoning. Dit regelt de gemeente in een huisvestingsverordening.

Ondersteuning aan gemeenten om aan de huisvestingsopgave te voldoen

Door de hoge taakstelling moeten gemeenten veel vergunninghouders huisvesten. Als vergunninghouders woonruimte hebben, kunnen zij eerder integreren en meedoen in onze samenleving. De snelste en meest gebruikelijke manier om dat te bereiken is huisvesting in de bestaande woningen van corporaties. In de huidige woningmarkt blijkt dit lastig. Daarom zijn er verschillende maatregelen genomen. 

-    De Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting helpt gemeenten, provincies, woningcorporaties en andere partijen bij het versneld realiseren van tijdelijke huisvesting en de transformatie van bestaande gebouwen.
-    Met de bestuurlijke afspraken van de zomer van 2022 hebben het kabinet, provincies en gemeenten zich tot doel gesteld om 37.500 flexwoningen te realiseren in de periode 2022-2024. 
-    De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft afspraken gemaakt over de bouw van ruim 935.000 woningen in de periode 2022 tot en met 2030 waarvan twee derde betaalbaar.
-    De leden van de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (LRT) helpen hen bij die opgave. In het LRT zitten bestuurders van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Justitie en Veiligheid (JenV), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal overleg (IPO) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

COA verbindt vergunninghouders aan gemeenten

Wanneer een asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt, verbindt het COA de vergunninghouder binnen 2 weken aan een gemeente waar diegene de beste kans heeft om in te burgeren. Om te bepalen bij welke gemeente de vergunninghouder past, verzamelt het COA informatie. Het gaat om informatie zoals:

  • grootte van het gezin;
  • land van herkomst;
  • taal;
  • bijzonderheden over de gezinshereniging;
  • beperkingen aan een woning (bijvoorbeeld aanpassingen aan de woonruimte);
  • aanwezigheid inschrijfbewijs studie;
  • opleiding;
  • werkervaring;
  • aanwezigheid arbeidscontract;
  • medische bijzonderheden;
  • netwerk;
  • plannen voor de toekomst.

Gemeenten hebben 10 weken de tijd om woonruimte te vinden. Gemiddeld duurt het momenteel langer voor ze een woning aangeboden krijgen, omdat er te weinig woningen zijn. Als de gemeente een woning heeft gevonden, hebben vergunninghouders 2 weken de tijd om te verhuizen. Zij gebruiken deze tijd onder andere om hun woning in te richten.

Documenten