Grote corporaties kunnen vanaf 2026 meer lenen voor woningbouwopgave

Woningcorporaties kunnen vanaf 1 januari 2026 tot maximaal € 4,4 miljard geborgd lenen voor hun woningbouwopgave. Dit is nu nog maximaal € 3,5 miljard. Grote corporaties krijgen hierdoor meer ruimte om te investeren in nieuwe sociale huurwoningen en het verbeteren en verduurzamen van de bestaande voorraad. Voor de hele corporatiesector gaat het de komende tien jaar om zo’n € 1,5 miljard extra investeringsruimte, blijkt uit een doorrekening. De extra leenruimte ontstaat doordat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een nieuwe methodiek introduceert voor de maximale borg. De WSW staat garant voor de leningen van corporaties.

De WSW gebruikt twee grenzen die naast elkaar bestaan. De laagste grens wordt gehanteerd als de knellende grens. De zogeheten nominale grens zal naar verwachting de komende jaren de meest relevante grens zijn. De maximale borg op de nominale waarde, die uitgaat van het totaal aan leningen tegen het oorspronkelijke bedrag, wordt met terugwerkende kracht en vanaf nu jaarlijks geïndexeerd. Vanaf 1 januari 2026 gaat deze grens naar maximaal € 4,4 miljard. Daarnaast geldt een grens op basis van de huidige marktwaarde van de leningen.

Nationale prestatieafspraken

Het Rijk, woningcorporaties en gemeenten hebben via de Nationale prestatieafspraken afgesproken om vanaf 2029 structureel 30.000 nieuwe sociale huurwoningen per jaar te bouwen. Door de hogere maximale borg krijgen grote corporaties meer ruimte om dit te realiseren.